dit leger van het begin tot het einde de grootste activiteit van
het gaswapen heeft moeten ondergaan, ons de zekerheid, dat die
gegevens als maatstaf mogen worden aanvaard.
De invaliditeit, als gevolg van de oudere wapens, is 2 jaar na
den oorlog ruim 2 X zoo groot als die, tengevolge van het gas
wapen, terwijl de geschiktheid der gasinvaliden tot arbeid slechts
gemiddeld met 20°/0 is verminderd. Voorts wordt op goede gron
den door deskundigen verwacht, dat in de toekomst die verhou
ding zich steeds meer ten gunste van het gaswapen zal wijzigen.
Volledigheidshalve zij hier nog vermeld, dat na een onderzoek,
dat werd gehouden om de door ontwapeningspropagandisten
dienaangaande beweerde opzettelijke onjuistheden te weerleggen,
is gebleken dat ook bij de vervaardiging van oorlogsgassen in
de betrokken fabrieken het aantal bedrijfsongevallen niet grooter
was dan in de andere chemische fabrieken. Doodelijke ongeluk
ken kwamen hoogst zelden voor, terwijl zulks in de fabrieken
voor de vervaardiging van springstoffen geen zeldzaamheid is.
De oorlog van 1914 tot 1918 was door de invoering van het
gaswapen humaner dan de voorgaande oorlogen. Aan het gaswa
pen behoort dus in overeenstemming met zijn militaire waarde,
en productiemogelijkheid een zoo ruim mogelijke plaats bij leger
en vloot te worden ingeruimd, mits bij de verdere ontwikkeling
van het wapen het humaniteitsprincipe niet uit het oog worde
verloren.
(Wordt vervolgd).
348