Aan den overkant der rivier stonden 2 onklaar gemaakte
auto's leeg. Tijdens het onderzoek dezer, kwam uit de richting;
Sawahloento een andere auto in groote vaart aanstuiven, met een
100de en een witte lamp. Toen die auto werd aangeroepen, werd
eruit geschoten, een snelvuur onzerzijds deed een man uit de auto
vallen, die probeerde weg te loopen, hij werd neergelegd.
De verdere tocht werd zeer bemoeilijkt door de los over den
weg hangende telegraafdraden. Uit alle kampongs werden aan
vallen gedaan, daar de auto's tengevolge der hangende draden
langzaam moesten rijden, telkens werd het vuur geopend en deed
de aanvallers telkens afdeinzen, dikwijls bleven er dooden achter,
die we aan hun zorg overlieten.
Op den verderen tocht, tot nabij Padang Siboesoek werden nog
5 auto's ontmoet, alle werden onbruikbaar gemaakt, nadat met de
inzittenden eenige schoten gewisseld waren en deze gevlucht,
gevangen of neergeschoten waren. Meer dan 50 versperringen op
dit traject werden opgeruimd, wat ook telkens weer schermutse
lingen meebracht, waarin vele dooden aan 's vijands zijde bleven.
Op 800 M. vóór het viaduct van Padang Siboesoek was een
versperring van balken over den weg aangelegd, waarachter naar
schatting 300 man opstelling hadden genomen. Wederzijds werd
het vuur geopend, na slechts enkele minuten vuren sloeg de vijand
onder ampoengeroep op de vlucht een 30-tal dooden achterlatende.
De dooden en de versperring werden opgeruimd en de auto's reden
verder.
Het viaduct en de spoordijk links en rechts ervan waren door
een naar schatting 3 a 400 man bezet. De auto's werden vlug
verlaten en een hevig vuur geopend op de verdedigers van den
spoordijk, die spoedig vluchtten, onder achterlating van talrijke
dooden".
Bij dit gevecht sneuvelde de luitenant Simons en werden twee
ongegradueerde militairen gewond; de oudste brigadecommandant
nam het commando over en bracht de beide brigades, nadat nog
3 versperringen waren opgeruimd en het opgebroken planken dek
van de brug bij den tunnel Padang Siboesoek was hersteld, naar
Sawah Loento, waar men om 3 u. v. m. van den 3en Januari
aankwam.
Ook de achtergelaten brigade had meerdere moeilijkheden te
overwinnen, het patrouilleverslag zegt daaromtrent:
„Nabij Tandjoeng Ampaloe was de weg versperd met telefoon
draad, steenen, kisten, zware boomstammen, tafels, stoelen en der-
gelijken. In groote haast werd deze versperring opgeruimd, echter
niet zoo snel, of verdekt opgestelde opstandelingen hadden gele
genheid om enkele schoten op ons te lossen. Ons vuur deed dat
van den vijand zwijgen; de duisternis belette ons evenwel de uit
werking onzer schoten waar te nemen. Met gedoofde lampen werd
langzaam verder gereden, om geen doel te bieden; de brigade bleef
354