te voet om de auto's te dekken en om gereed te zijn verdere aan
vallen af te slaan.
Niet lang behoefden wij te wachten, of links en rechts vielen
weer schoten en nu, zonder ophouden, werden wij bevuurd, langs
den geheelen weg tot dichtbij Padang Siboesoek. Hier gekomen,
werd het vuur zeer hevig én onmiddellijk daarop deed de vijand
een aanval met het blanke wapen. De uitkomst was voor den vijand
een aantal dooden en 2 gevangenen; onzerzijds geen verliezen.
Tot Padang Siboesoek werden nog twee versperringen opge
ruimd, ook weer onder vijandelijk vuur, dat echter telkens onmid
dellijk zweeg, wanneer wij antwoordden, om weldra op een andere
plaats weer te beginnen. Even voorbij Padang Siboesoek werd de
brigade uit het zij terrein weer buitengewoon hevig bevuurd en
ter afwisseling werd een bom geworpen. Deze deed weinig schade,
daar ze in een ravijntje terecht kwam, waaruit enkele scherven
tegen de auto's spatten, doch niemand wondden. Ongeveer een
half uur werd hier gevochten en bleven, volgens latere berichten,
circa 30 dooden achter, toen de vijand vluchtte.
Tot Moeara-Klaban bleef de brigade naast de auto's loopen,
doch werd tot genoemd punt niet weer lastig gevallen.
De houten brug daar ter plaatse was gedeeltelijk vernield; d
schade werd hersteld; enkele schoten werden nog op ons gericht
tijdens het werk en beantwoord, dan werd de tocht hervat en
Sawah-Loento bereikt zonder verdere gebeurtenissen.
Bij den eersten politiepost werd de Assistent-Resident ontmoet.
De gevangenen en de buitgemaakte wapenen werden afgegeven
en bivak betrokken in het hospitaal der Ombilin mijnen om 4 uur
v. m."
355