358 Kapitein van den Generalen Staf van Voorst tot Voorst geeft studiën over ontwapening. Voor belangstellenden zij hierbij aangeteekend, dat in de Indische Gids van Februari eveneens een ter zake handelende studie van G. Nijpels „Over Volkenbond, wapenbeperking en neutraliteit" voorkomt en mede het orgaan „Allen Weerbaar" van 4 Februari voor een groot deel zijne kolommen aan dit onderwerp wijdt. C'. 9. OVERZICHT BUITENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. Revue de Cavalerie. Janvier-Février. In deze aflevering komen twee interessante artikelen voor over het gebruik van cavalerie gedurende den wereldoorlog. Het eerste artikel getiteld„Un régiment de cavalerie coincé dans la bataille" van Colonel A. behandelt het optreden van het 14e Regiment Huzaren bij Ethe op 22 Augustus 1914 (zieook I. M. T. 1924 Ethe. Een waar schuwend voorbeeld). In het bijzonder heeft dit artikel ten doel te doen uitkomen het groote nut van het gebruik van cavalerie voor verkenning op grooten afstand. In het onderhavige geval werd het 14e Regiment Huzaren gebruikt op zeer korten afstand voor de infanterie. Zoo was hij het binnendringen in Ethe het regiment slechts 10 minuten vóór de voorhoede van de Infanterie. Bovendien was het een mistige dag, zoodat de cavalerie voor zij het zelf wist op vijandelijke infanterie stootte. Het gevolg was dat het regiment als eerste echelon in het gevecht kwam, van verkenning vóör en zelfs van bevei liging van de achtervolgende 7e divisie infanterie was geen sprake. Zeker de huzaren vochten dapper en leden veel verliezen, maar natuurlijk dient op de wijze als hier is geschied het kostbare ruiterwapen niet te worden gebezigd. De schrijver komt tot den slotsom, dat men in 1914 bij Ethe werd verrast, doordat de cavalerie niet was gebezigd voor opheldering en voor het opnemen van het contact met den vijand, hetgeen had dienen te geschieden door haar een voorsprong te geven van 2 of 3 uur of van 12 tot 15 K.M. Indien in de toekomst wederom geen mobiele troepen worden gebruikt voor opheldering en beveiliging binnen de aangegeven grenzen van ruimte en tijd zal onvoorwaardelijk opnieuw verrassing niet uitblijven. Het tweede artikel „La 5e division de cavalerie devant l'offensive allemande de mars 1918" van colonel Pomier Layrargues behandelt een episode vol spanning en onzekerheid voorafgaande aan het groote offensief van de Duit- schers, dat reeds lang werd verwacht, maar waarvan de omvang te voren niet werd overzien. De verschillende episodes en gevechten worden uitvoerig behandeld en bezien zoowel aan de zijde van de geallieerden als aan die van hunne tegen standers. Het artikel wordt vervolgd. Revue Militaire Fran?aise. Janvier et Février 1927. Het artikel: Evolution des idéés sur l'emploi tactique de l'organisation du terrain de Napoléon a nos jours" van Lieutenant-colonel Baills wordt voortgezet en beëindigd. (Zie ook I. M. T. 1927 No. 1). In zijne conclusie legt de schrijver nogmaals grooten nadruk op het belang van „l'organisation du terrain dans les opérations de guerre". Zoowel bij oefeningen als bij de Krijgskundige Studiën en bij besprekingen moet hieraan steeds bijzondere zorg worden besteed. Napoleon zeide in dit verband reeds: „Veldversterkingen zijn altijd nuttig, nimmer schadelijk, dikwijls onvermijdelijk, mits zij goed worden begrepen". „Evenals kanonnen zijn versterkingen (in den algemeenen zin) echter slechts wapens, die nimmer op zichzelf tot het doel kunnen leiden. Zij moeten goed worden gebruikt en wel gehanteerd".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 62