364 en in het aanvoeren van het bataljon bij het practisch uitvoeren van de opdracht, dan wel c. Twee commandanten te oefenen als partij-commandanten tegenover elkander. Verder worden dan de voorbereidingen voor een oefening (opzet, mise en scène, terreinverkenning, en orders) het leiden van een oefening en de bespreking ervan in de vorm van korte wenken besproken, zoowel voor oefeningen zonder als met tegenpartij. Ook voor oefeningen op de kaart en kaderoefeningen geeft de schrijver behartenswaardige wenken. Typeerend is b.v, het volgende: „Het komt voor, dat, wanneer oefeningen met gemengde verbanden gehouden worden, de niet tot de Infanterie behoorende officieren alleen als „experts" worden behandeld. Dit is niet juist. Die behoeven evenzeer als hun kameraden bij de Infanterie oefening in het gebruik van de verschillende wapens en mogen dus niet be schouwd worden als somewhat mysterous experts in a craft known to them selves alone. Machine gun fire Tactics by Colonel on the staff L. T. Renny. Schrijver beoogt het naar voren brengen van enkele eeuvoudige zaken, den aard en de toepassing van mitrailleurvuur betreffende, waarmede officieren van alle wapens rekening behooren te houden, wanneer zij het tactisch gebruik van mitrailleurs in beschouwing nemen. Het tactisch gebruik is gebaseerd op de bijzondere eigenschappen van de wapens, zoo vangt schrijver aan, is een gemeenplaats die helaas gedurende de eerste 2 jaar van den oorlog verwaarloosd of vergeten is. Na die bijzondere eigenschappen te hebben opgesomd de lezer kan ze ook in ons O. V. I. vinden zegt de schrijver „het is niet mogelijk de vuur leiding gescheiden te houden van het tactisch gebruik. Hij neemt daarom eenige zaken, de vuurleiding betreffende, onder de loupe, zooals de waarde van direct en indirect vuur, frontaal, flankeerend en schuinvuur, het vuur over eigen troepen, het vuur op groote afstanden, de vuurwaarneming, de sectie van vier stukken als vuur- en tactische eenheid en de afdeeling van 2 stukken als vuur- eenheid. Na de diepte van de bestreken ruimte en de breedte van den bundel te hebben vermeld, wijst de schrijver er op dat, wanneer het er om gaat, om bij de verdediging het oprukken van den vijand over een beperkte frontbreedte te verhinderenfrontaal vuur beter aan het doel beantwoordt dan flankeerend of schuinvuur. Want zegt hij, de vijand moet dan de geheele diepte van de bestreken zone doorschrijden. De juistheid van deze uitspraak treedt n.h.v. duidelijk in het licht, als men bedenkt hoe smal de bundel van den mitrailleur is, hoe kort de vijand d.t.g in het flankeerend afgegeven vuur blijft en hoe gemakkelijk hij zich er aan kan ontrekken wanneer het terrein oneffen is en dientengevolge tal van doode hoeken doet ontstaan. Maar, wordt verder opgemerkt, men beschikt nimmer over voldoende mitrailleurs om het geheele front te bestrijken met frontaal vurende mitrailleurs en men is derhalve uit economische overwegingen genoodzaakt de frontbreedte per mitrailleur te vergrooten door hem flankeerend te doen vuren. Wij zouden hieraan toe willen voegen om het flankeerend vuur tot zijn recht te doen komen moeten maatregelen worden getroffen om den vijand te dwingen eenigentijd in den vuurbundel te vertoeven. Flankeerend vuur moet dus samengaan met hindernissen, die onder dat vuur moeten worden overwonnen. Ook wordt met nadruk gewezen op de omstandigheid, dat wel is waar de mitrailleur tot op 2000 M. en meer, vuur kan brengen, doch dat de waarde van het vuur op grootere afstanden alleen tot haar rechtkomt als er voldoende wapens voor worden ingezet. Zoo merkt de schrijver opmen moet niet vergeten, dat op afstanden van 100 M. en meer, vuur van 2 mitrailleurs weinig trefkans biedt, omdat het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 68