J. B. VAN HEUTSZ.
Den 9en Juni 1927 zal door de plechtige bijzetting van het
stoffelijk overschot van wijlen den Oud-Gouverneur-Generaal
Van Heutsz op bijzondere wijze uiting worden gegeven aan de
gevoelens van eerbied en dankbaarheid, welke Nederland koestert
voor de daden, door dezen grooten Nederlander ten bate van zijn
Vaderland verricht.
Hoewel het Nederlandsch-lndische leger ginds op waardige
wijze zal zijn vertegenwoordigd, zullen zeker ook velen, die dezen
dag in Indië doormaken, een oogenblik met hunne gedachten
bij deze plechtigheid verwijlen en innerlijk een stille hulde
brengen aan dezen eminenten aanvoerder.
En zeker zal daarbij dan worden gedacht aan de rol, welke
Generaal Van Heutsz in Atjeh heeft vervuld.
Door de aldaar gevoerde actie op groote schaal onder de per
soonlijke leiding van Van Heutsz, zich kenmerkend door snel,
verrassend, energiek en beleidvol optreden, werd in weinige
jaren de onderwerping van geheel Atjeh bereikt.
Hierdoor werd het Indische Leger nieuw leven ingeblazen, werd
het niet alleen het zelfvertrouwen, geloof in eigen kracht en kun
nen teruggegeven, maar kreeg hetzelfde leger een beweeglijkheid,
vlugheid en doortastendheid, welke tevoren onbekend waren.
De door Generaal Van Heutsz in het leger aangekweekte eigen
schappen maakten het tot een instrument, waarmede het groote
werk, de pacificatie van de buitengewesten, waardoor de be
stuursperiode van den Gouverneur-Generaal Van Heutsz zich zoo
in het bijzonder heeft onderscheiden, binnen korten tijd kon
worden volbracht.
Moge immer het Indische leger doordrongen blijven van den
geest, welke de krijgsmansdaden van dezen grooten aanvoerder
heeft gekenmerkt.
373
Oud-Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië, Luitenant-
Generaal B. D., Ridder Grootkruis in de Militaire
Willemsorde, Ridder Grootkruis ih de Orde van den
Nederlandschen Leeuw, begiftigd met de Eeresabel, enz.