door artillerie gestoord haar vuurplan tot uitvoering kan brengen,
dan is zij in staat zelfs overmachtige infanterie tot staan te
brengen. De aanvallende infanterie is voor haar geen gevaarlijke
tegenstander. Voor de aanvallende infanterie is de verdedigende
infanterie een gevaarlijk tegenstander.
Wat moeten wij tegenwoordig onder infanterie verstaan?
Vroeger was het antwoord gemakkelijk te geven. Infanterie, dat
was het met geweren bewapende voetvolk en artillerie, dat was
het geschut.
Tegenwoordig heeft men in de meeste legers nog allerlei andere
wapens ingevoerd, waardoor het onderscheid moeilijker wordt, en
verder gebruikt men tegenwoordig het geschut ten deele in zoo
nauw contact met de infanterie, dat men zich moet afvragen waar
de infanterie ophoudt en waar de artillerie begint en omgekeerd.
De infanterie is tegenwoordig bewapend, behalve met geweren,
met lichte en zware mitrailleurs. Er is een tijd geweest, waarin
men die machine-geweren hier en daar tot artillerie rekende. Men
noemde ze stukken. Tegenwoordig worden de machinegeweren
algemeen tot de infanterie gerekend.
Granaatgeweren met hunne geweergranaten zijn natuurlijk ook
infanterie.
Maar nu de loopgraafmortieren en het infanteriegeschut. Wat
inrichting, bediening en vuurwijze aangaat zijn dit kanonnen, maar
voor wat het gebruik betreft zou ik ze tot de infanterie willen
rekenen. Zij gaan samen met de infanterie voorwaarts. Bij de
verdediging staan zij temidden daarvan.
Er wordt nog overwogen door welk personeel dit geschut moet
worden bediend. Er zijn er, die meenen, dat dit geschut zulk een
integreerend deel van de infanterie vormt, dat het ook door infan
teristen moet worden bediend. Anderen zeggen, dat het technisch
vermogen van dit wapenonderdeel alleen tot behoorlijke hoogte
kan worden gebracht, wanneer dat geschut wordt bediend door
menschen, wier vak het is om geschut te bedienen. De technische
vorming en oefening behooren bij de artillerie plaats te vinden.
Daarentegen moeten de batterijen infanteriegeschut voor wat de
tactische oefeningen betreft, geheel worden gesteld onder de com
mandanten, die ze te velde moeten gebruiken, dat zijn de infanterie
regimentscommandanten.
Hoe men over deze kwestie ook denkt, dit geschut neemt in
werkelijkheid deel aan het infanteriegevecht. Tijdens het gevecht
reken ik het tot de infanterie te behooren.
Hetzelfde geldt ook voor de tanks, voorzoover deze in onze ter
reinen toepassing kunnen vinden en ook voor die deelen van de
artillerie, die, hetzij door gebrek aan infanteriegeschut of tot ver
sterking daarvan, in de voorste linie als infanteriegeschut worden
gebruikt.
403