5. DE CAVALERIE BIJ DEN TERUGTOCHT EN BIJ DE VERVOLGING. door C. H. VAN DOORNUM. Wil men de maatregelen vaststellen, die de cavalerie, ingedeeld bij de partij, die terugtrekt, moet nemen, dan blijkt al dadelijk, dat deze maatregelen, behalve van eigen plannen van den A. B zullen afhangen van het optreden van den vervolger. Deze heeft het initiatief en de vervolgde heeft zich dus groo- tendeels naar hem te richten. Het is aldus zaak te weten te komen (a) of er vervolgd wordt en zoo ja, of dit op forsche wijze geschiedt en het een doorgezette vervolging is. (b) of rechtstreeks dan wel evenwijdig wordt vervolgd en in het laatste geval langs welken weg, c. q. langs welke wegen dit geschiedt. De cavalerie van den vervolgde zal voor de cavalerie van den vervolger een zwaren tegenstander zijn. Waar de laatste in beweging zal zijn en de eerstgenoemde meestal tijdig posities zal kunnen innemen op gunstige punten, van waaruit tegenstand geboden kan worden en waarnemingen worden verricht, zal de vervolgende cavalerie hier veelal, ondanks het initiatief, dat aan hare zijde is, een zwaardere taak hebben. De taak van de cavalerie bij den vervolgde is dus zoowel een verkennende als een beveiligende; laatstgenoemde taak zal natuurlijk beter tot haar recht komen, naar mate de cavalerie sterker is en zij de beschikking heeft over een afdeeling wielrijders. Welke zijn nu de maatregelen, welke door de vervolgde cava lerie genomen moeten worden, nadat men zekerheid heeft ver kregen, dat er vervolgd wordt en nadat vastgesteld is hoe er vervolgd wordt? In het algemeen zal een strook worden aangegeven links en rechts van den hoofdweg om in die strook directe vervolging te melden en om den vervolger te beletten voeling met onze terug trekkende hoofdmacht te krijgen. De breedte van die strook zal afhangen van verschillende fac toren als sterkte van de cavalerie wielrijders), terreingesteld heid, enz., 411 15-4-'27 ontvangen. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 39