de terugtrekkende hoofdmacht te komen, lijkt het mij van belang,
dat behalve de naar den marschweg voerende toegangen, die ter
hoogte van de hoofdmacht zijn gelegen, ook die toegangen bezet
worden, die nog niet door de hoofdmacht zijn bereikt.
Ons A. T. V. zegt in punt 44, dat de aanwezigheid van aan
den marschweg evenwijdig loopende wegen er toe kan leiden
infanterieafdeelingen als flankpatrouilles of flankdetachementen
daarlangs te zenden, terwijl de aanwezigheid van naar den marsch
weg voerende toegangen het noodig kan maken deze zoolang te
doen bewaken totdat de hoofdmacht is voorbijgetrokken.
Het lijkt mij, dat het niet wel mogelijk zal zijn, dat infanterie
afdeelingen deze bewaking tijdig op zich zullen kunnen nemen
en dat hiervoor cavalerie of wielrijders zullen moeten worden
gebruikt. Hiervoor is m. i. een cav. afdeeling als flankdekking
onmisbaar.
Het G. V. C. spreekt echter niet van een cavalerie afdeeling als
flankdekking, terwijl de cavalerie belast met het melden en
tegengaan van de evenwijdige vervolging, zich te ver achterwaarts
van de hoofdmacht zal bevinden om deze taak op zich te kunnen
nemen.
Om deze taak immers naar behooren te kunnen verrichten, zal
het gros van deze afdeeling zich ongeveer ter hoogte van de
hoofdmacht moeten bevinden met sterke patrouilles zijwaarts
uitgeschoven, welke staande patrouilles dan eventueele toegangen
afsluiten, terwijl het gros weer als reserve optreedt.
Resumeerende zou dan de cavalerie bij den vervolgde te
onderscheiden zijn in:
le. 1 Eskadron voor directe beveiliging.
2e. 2 Eskadrons voor het tegengaan van evenwijdige vervolging.
3e. 1 Eskadron voor directe beveiliging van den terugtocht (ach
terhoede cavalerie).
Zoodat mee vermeend wordt, dat voor deze taak van de cava
lerie een regiment van een sterkte van vier eskadrons noodig is.
Overgaande tot de taak van de evenwijdig vervolgende cava
lerie, zal deze m. i. met veel beslistheid moeten optreden.
Zij weet, dat haar tegenstander de vijandelijke lichte troepen
is en dat haar voorloopig werk ligt op de buitenlijnen, dus
groote snelheid geboden is, groote snelheid, gepaard aan onver
wachts verschijnen en doortasten.
Maar zij weet ook, dat het moreel aan haren kant is en die
wetenschap moet uit al hare daden blijken.
Tevoren bepaalt de commandant een ver voor de vijandelijke
hoofdmacht gelegen punt waar hij zal verschijnen en deelt dit
een ieder mede.
Dat positieve ligt in de lijn van de reeds behaalde overwinning,
dat positieve zal de groote kracht moeten zijn om elke moeilijkheid
te overwinnen.
413