de bijzondere instructies bij sommige gelegenheden uitgereikt aan
Colonne-Commandanten steeds de hierboven aangegeven begin
selen in herinnering werden gebracht.
Aan het bovenstaande behoeft niet veel te worden toegevoegd;
er blijkt afdoende uit, dat de generaal den oorlog wilde gevoerd
zien op humane wijze.
Geheel in overeenstemming hiermede was de behandeling die
de in onze handen gevallen vijanden ondervonden; zij waren er
door verrast en het bracht hun tot daden, die men niet van hen
verwacht zou hebben. Zoo was het Pólém's moeder zelf, die toen
zij in onze handen gevallen en naar Koeta-Radja overgebracht
was, haren zoon tot onderwerping aanspoorde in een eigenhandig
schrijven, waarin zij hem mededeelde dat alle verhalen welke in
omloop waren omtrent onze barbaarsche wijze van oorlogvoeren,
gelogen waren, dat ieder eerlijk vijand, die zich onderwierp,
ook als zoodanig behandeld werd.
Zelfs de onverzoenlijke Habib Hoesin, wiens jeugdig zoontje ge
wond in onze handen was gevallen bij een gevecht in Zuid-Pidië,
en na zorgvuldige verpleging geheel hersteld aan zijnen vader was
teruggezonden, gevoelde zich gedrongen zijn gevoel van dank
baarheid uit te storten voor de gehate compeuni, die zoo geheel
anders oorlog voerde dan hij en zijne trawanten gewend waren.
En hoe edelmoedig is de ridderlijke Panglima Pölém, toen hij
zich ten leste onderworpen had, door den generaal behandeld
geworden. Het moet een combat de générosité geweest zijn tus-
schen den overwinnaar en den overwonnene de generaal, die aan
Panglima Pólém diens, successievelijk door ons buitgemaakte,
sieraden toont en hem verzoekt zijn eigendom weder te nemen,
en Pölém, die weigert, onder verklaring dat ze zijn eigendom niet
meer zijn, doch aan den overwinnaar behooren waarop de ge
neraal Pölém zijne vroegere sieraden aanbiedt als een geschenk,
dat door dezen ten slotte dankbaar wordt aanvaard en medegevoerd
naar de woning, die generaal Van Heutsz voor hem heeft doen
bouwen in de plaats van het jaren geleden door onze troepen
verbrande oeléëbalangshuis te Glé Jeuëng.
De lessen die in de genoemde, door Van Heutsz uitgevaardigde
„Instructie" vervat zijn, moeten van zeer groot gewicht worden ge
acht zij verdienen ten volle door elk aanstaand officier en elk
aanstaand besturend ambtenaar, voor den Indischen dienst bestemd,
te worden bestudeerd.
Er is andere kennis, die hij eerder kan ontberen dan deze. De
geschetste wijze van optreden van den generaal in den krijg is,
zonder twijfel, van grooten invloed geweest op het succes, het
welk in Atjeh werd bereikt.
379
Zie de Instructie voor den Ct. der maréchaussee-colonne in de Qajolanden,
voorkomende in het Ind. Mil. Tijdschrift, 33en jaargang 1902, Extra-bijlage No. 2.