463
De heer KMurenbeeld ontwikkelt eenige denkbeelden betreffende uitrus
ting der troepen in de buitengewesten met eigen, te blindeeren vrachtauto's
(c.q. vaartuigen) welke dan bewapend zouden moeten worden met Madsenge-
weren.
In hoeverre dit denkbeeld te verwezenlijken valt is voor den schrijver
zelve nog een vraag, getuige den titel Misschien zou het kunnen". In ieder
geval zal het noodig zijn, aan de, tijdens de jongste communistische relletjes
gebleken noodzakelijkheid van troepenvervoer per auto, aandacht te schenken.
De schrijver verlaat naar onze meening den beganen grond, waar hij, zij
het dan ook eenigszins schuchter, zelfs bewapening met geschut ter sprake
brengt.
Hij zegt hieromtrent
„De bediening van een enkel stuk, waarmede met directe richting zou
worden gevuurd, kan wel aan infanteristen worden toevertrouwd.
Voorop gesteld zij, dat het niet mijn bedoeling is dat artillerie- en machine
geweren bij een gebeurlijk treffen oogenblikkelijk in het vuur moeten worden
gebracht, doch voor machtsvertoon zouden ze van een niet te onderschatten
waarde blijken te zijn (zoo nu en dan demonstratie schietoefeningen.) En voor
het geval ze werkelijk noodig bleken, waren ze dan ten minste voorhanden.
We gevoelen niets voor een dergelijk experiment, dat de offensieve gedachte,
die onze infanterie moet bezielen en waarin het criterium van het begrip
machtsvertoon behoort te zetelen, slechts kan schaden.
Tot slot vermelden we uit het Mei-nummer de voortzetting van de cou-
serie over „Het nieuwe garnizoen aan den Boven-Digoel".
T. B.