542
wijzen, dat geen enkele Tsaristische generaal er aan zon denken aan Duitsche
zijde tegen de Geallieerden te strijden. De politieke partijen en in het bijzonder
Erzberger wist men tegen Hoffmanns plannen stelling te doen nemen, door
de bedreiging dat met den ondergang der Bolsheviki, de stichting van een
Russische Republiek voor goed zou zijn uitgesloten waardoor na den oorlof
de reactie weer troef zou zijn in Europa. En zoo kwam het dat Hoffmanns
stem, die eens roepende in de woestijn bleef en dat de voorstellen van den
eemgen man die de communistische beweging tijdig volkomen in al haar
diepte gepeild heeft, onder het loodje kwamen te liggen.
Zoo kwam het dat de Sovjet-Republiek in de gelegenheid was ei n krachtige
strijdmacht te organiseeren, waarmede zij de contra-revolutie's neersloeg.
Thans is dat leger uitgegroeid, tot een geweldige strijdmacht van 562.000 man
in eerste linie, georganiseerd in 54 Infanterie- en 8 Cavaleriedivisies 9 Cava
leriebrigades en voorts 30 landweerdivisies in 2e linie. En daarnaast staan dan
nog de speciale troepen van de Tscheka totaal ongeveer 250.000 man, die uit
13 Infanterie- en 3 Cavalerie regimenten, talrijke districts- en grenskorpsen
en de tscher-bataljons, een fanatieke keurbende van communisten die rijkelijk
is bewapend met machinegeweren.
Na den oorlog bleef Rusland aansluiting zoeken bij Duitschland, ook nadat
overal de communistische actie in dit land was neergeslagen. Veel heeft tot
die aansluiting het barsche optreden van de Geallieerden tegen Duitschland
bijgedragen. Weer paste Rusland zijn sluwe propaganda-methoden toe.
Aan de Duitsch-Nationalen beloofde het wraak voor den aangedanen hoon
en de beleedigingen die Duitschland ondervinden moest, aan de Republikeinen
spiegelde men voor dat een verbond met Rusland een politiek dwangmiddel
van de eerste orde tegenover de Geallieerden zou kunnen zijn, terwijl men
de kapitalistische bourgeoiskringen door de concessie politiek voor Rusland
poogde te interesseeren. „Elck wat wils" dus!
En zoo kwam het dat in 1922 het Verdrag van Rappallo tot stand werd
gebracht en een-jaar later in 1923 tijdens de Ruhrbezeting de „Abmachungen"
hun beslag kregen, die thans nog steeds van kracht zijn. Wat die „Abmach
ungen" precies behelzen is niet bekend. In de eerste plaats schijnen zij
ten doel te hebben een Poolschen inval op den Duitschen Oostgrens te keeren.
Maar bovendien behelzen zij regelingen betreffende de aanmaak van munitie
wapens, vliegtuigen, gifgassen, enz. voor Duitsche rekening in bijzondere fabrie
ken op Rusissch grondgebied. Sedert de Roerbezetting ging het met de Duitsche
oorlogsbegrootingen steeds crescendo. In 1924 gaf de Dawescommisie reeds
als haar zienswijze te kennen, dat de militaire uitgaven van Duitschland voor
vermindering in aanmerking kwamen. Maar sedert 1924 is de Duitsche oorlogs-
begrooting van 450 Millioen Mark naar 697 millioen Mark in 1927 opgeloopen,
Typeerend voor die begrooting is, dat voor het Fransche leger van 400.000
man per jaar een bedrag van 39 Millioen francs is uitgetrokken voor munitie
terwijl voor het Duitsche leger van 100.000 man per jaar 270 millioen francs
(45 millioen Mark) is uitgetrokken. Per man wordt dus in Duitschland 28
maal zooveel aan munitie uitgetrokken dan in Frankrijk. Met de Duitsche
marinebegrooting is het al niet anders gesteld. Voor haar vloot van 97.000
ton met een bemanning van 10.000 koppen betaalt Duitschland thans ongeveer
de helft van wat men vóór den oorlog daarvoor uitgaf.
Maar er is meer. Volgens een mededeeling van den socialistischen Duitschen
afgevaardigde Kunstier in de „Menschheit" zou te Trosk aan de Wolga de
munitiefabriek „Rusko German Kaja Fabrika Bersol", die ingericht is op het
vullen van een millioen gasgranaten, beheerd worden door de directie van de
fabriek van Hugo Stolzenberg te Hamburg, een bekend lid van de uiterst rechtsche
„Volkische" partij en gemachtigde van de „Reichswehr" vereeniging „Gefu".
Deze fabriek schijnt geregeld door Duitsche officieren te worden gecontroleerd.
Daarbij komt dan nog dat verschillende posten der oorlogsbegrooting„über-
tragbar" zijn, d.w.z. dat zij voor andere doeleinden mogen worden aangewend
dan waarvoor zij oorspronkelijk bestemd waren als deze bedragen in het
begrootingsjaar niet zijn verbruikt, zoodat de aanwending dezer bedragen
aan alle controle onttrokken wordt.