547 partijen beschouwen den model gouverneur van Shansi als bondgenoot, maar geen dier partijen weet of men hom of kuit aan hem heeft. Begin 1926 steunde hij Chang Tso Lin in zijn strijd tegen Feng en dit was een van de redenen, waardoor deze gedwongen werd Peking te ontruimen. Erg pro-Feng is hij dus niet en een poging van Feng om bij Wuijan de grens te overschrijden werd krachtig door Yen afgewezen Nu schijnt Chang Peking vrijwillig ontruimd te hebben en zijn troepen bij Tientsin geconcentreerd te hebben. Het spreekt vanzelf dat Peking een groote aantrekkingskracht op Feng moet uitoefenen, daar het bezit van Peking zijn politiek prestige aanzienlijk zal versterken. Maar Yen Hsi Shen neemt een gevaarlijke flankstelling ten aanzien van den opmarschweg naar Peking in. De veilige weg loopt voor Feng dan ook over de Lunghai-lijn naar Hsuchow, waar hij in vereeniging met Chiang Kai Shek, de beste kansen heeft om met Chang Tso Lin af te kunnen rekenen. Zal hij aan de verleiding om Peking te bezitten weerstand kunnen bieden? Door zijn troepenmacht bij Tientsin te concentreeren blijft Chang Tso Lin over zijn terugtochtsweg naar Mukden beschikken. Mocht Feng naar Peking oprukken dan zal Chang toch vermoedelijk niet tot een krachtige strategische offensieve operatie op de binnenlijnen meer in staat zijn. Changs legers zijn beter uitgerust dan die van zijn tegenstander. Maar toch is hij niet tegen Chiang Kai Shek opgewassen. De gebeurtenissen die in de laatste jaren in China plaats grepen, hebben geleerd, dat ondanks alles, steeds die legers zegevierend uit den strijd te voorschijn kwamen, die streden voor een politiek doel, dat overeenstemde met den wil van de meerderheid van het Chineesche volk. Chiang Kai Shek is de onvervalschte voorvechter van de Drie Volks principes van Sun Yat Sen. Zijn streven is zuiver Chineesch-nationalistisch. Hij heeft zich van alle communistische smetten gezuiverd, en strijdt voor het nationalistische ideaal van het Chineesche volk. Chang tso lin heeft zich eveneens een voorstander verklaard van de Drie Volksprincipes. Maar het Chineesche volk kan in hem nooit iets anders zien dan de wolf in een schaapsvacht. De usurpatie van het Dictatorschap is het beste bewijs, dat hij het tuchun- dom dat in strijd is met de Drie Volksprincipes, niet wenscht prijs te geven, zoodat zijn woorden slechts „lipservice" zijn. lntusschen wijzen deze verkla ringen en zijn pogingen om zich met de nationalisten to verzoenen er reeds op, dat hij zelve het vertrouwen in zijn strijdmacht kwijt is. De Zuidelijken hebben in de afgeloopen maand groote vorderingen gemaakt. Feng heeft de Hoang ho overschreden, staat met zijn leger voor Hsing hsiang. Chiang Kai Shek staat met zijn macht tegenover Sun Chuan Fang, die terug getrokken is achter het Keizer kanaal en zijn hoofdkwartier in Linchen heeft. Chiangs troepen hebben de havenstad Haichow genomen en staan op 90 K.m. van Tsingtao ter hoogte van Chucheng. lntusschen heeft de ontruiming van Peking en de opmarsch van Chiang in Shantung eindelijk de Japanners tot meer activiteit gedwongen. Baron Tanaka, de Japansche premier, is jaren achtereen een groot voorstander geweest van een krachtige Japansche politiek in China. Dat is ook de reden waarom Mar kies Saionji het laatste overgebleven lid van de Oenro hem als kabinetsfor mateur heeft aanbevolen. Maar Tanaka heeft rekening te houden met de nieuwe constitutioneele democratische partij de Rikkenminseito, die 220 zetels bezet heeft in het Lagerhuis, terwijl de Seiyukai, de conservatieve regeerings- partij maar over 180 zetels beschikt. Het Hooger Huis is vóór een positieve Chinapolitiek, maar zonder den steun van het Lagerhuis is het voor Tanaka niet mogelijk een krachtige Chinapolitiek te voeren. Ook in Japan heeft de communistische propaganda haar werk naar be- hooren verricht. Ook daar is men overgegaan tot arrestaties van vooraan staande communisten zooals Suchichi Aomi en Tamigi Naito de president van de „Russo-Japanese Friendship Association". Maar dat alles heeft de aan sluiting tusschen de Kuo Min Tang en de vièr Japansche Proletariërspartijen, waaronder de Arbeiders en Boerenpartij onder leiding van Professor Oyama, niet kunnen verhinderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 107