551 keerende, steunpunten. Het is te hopen, dat t. g. t. ook door ons van het voorschrift kennis genomen zal kunnen worden. Een volgende studie behandelt de verbinding tusschen de Infanterie-compagnie en de zware mitrailleur-sectie in het gevecht. Onderscheid wordt gemaakt tusschen de volgende indeeling tijdens het gevecht 1. de geheele mitrailleur-compagnie onder bevelen van den b. c. 2. de mitrailleur-compagnie gedeeltelijk onder bevelen van den b. c. en gedeeltelijk over de compagnieën verdeeld. 3. de mitrailleur-compagnie geheel over de compagnieën verdeeld. Bij oefeningen zou gebleken zijn, dat de verbinding tusschen de mitrailleur compagnie en het bataljon steeds in stand gehouden blijft, doch dat bij ver deeling van de mitrailleur-compagnie, de verbinding met de infanterie-com pagnieën zelden behoorlijk werd opgenomen, of tijdens het gevecht verloren ging en verder afwezig bleef. De mitrailleur-compagnieën beschikken, buiten de voor de compagnie zelve noodige verbindingsorganen niet over verbindings personeel. Schrijver is van meening, dat de verbinding met de mitrailleurs in stand gehouden behoort te worden onderscheidenlijk door de organen van het bataljon en van de compagnieën. In een opstelletje „Supponiert" wordt gewaarschuwd tegen een te veel „veronderstellen" bij oefeningen. De artillerie- steun wordt meestal geheel verondersteld. Schrijver vraagt hulpmiddelen om manschappen en kader een juister beeld te geven van de artilleriesteun in het gevecht. Een tweetal artikelen wordt gewijd aan de Motorisierung der Armee en les transports automobiles militaire et l' équipement. Het eerstgenoemde opstel behandelt de vóór- en nadeelen van motortractie, geeft een overzicht over den stand van het vraagstuk in Duitschland, Frankrijk, Engeland, Italië, Rusland en Amerika, behandelt de strijdwagens en besluit met eenige beschouwingen over de aan- en afvoer in bergterrein. Revue Militaire Suisse. Maart 1927. Lezenswaardig is eene beschouwing over Le travail intellectuel dans notre arméé", waarin onder het motief „Pour pouvoir il faut savoir" wordt aangetoond, dat voor het nemen en doorvoeren van een besluit voor alles gedegen kennis noodig is. Zonder ken nis geen zelfvertrouwen en gebrek aan zelfvertrouwen leidt tot besluiteloosheid. De schrijver constateert onder het officierskorps een te kort aan theoretische kennis, spoort de oorzaken daarvan op, acht voorlichting door bestudeerde officieren onmisbaar, maar constateert „Pourquoi ces chefs intellectuels ne percent-ils pas Paree qu'ils n'ont pas le temps". Schrijver wenscht daarin verbetering door ontlasting van de chefs van kantoorarbeid. Het artikel is als voor ons geschreven. Een opstel „A propos réglements" geeft behartenswaardige wenken voor het ontwerpen en samenstellen van voorschriften. De schrijver wenscht samenstelling van reglementen door commissies en vindt het fout om het ontwerpen van een voorschrift aan één man op te dragen. Kapitein Masson beëindigt zijne studie „la methode d'emploi du fusil mitrailleur. Ook dit slot verdient ons aller aandacht. Besproken worden de opstelling van den geweermitraiileurgroep in het gevecht (welk onderdeel toegelicht wordt met photo's), het verwisselen van den loop (moet na 200 schoten geschieden), het medevoeren van water (schrijver acht 10 L. water per wapen noodig), de munitie-uitrusting en de aanvulling. De munitie-uitrusting bedraagt bij de groep 1020 patronen in houders, op één kar per sectie 480 patronen (in kartonnen doozen) en 720 idem bij de compagnie. Vermeld wordt de Duitsche uitrusting t. w. bij de groep 3150, bij de compagnie in totaal 18900 (voor 6 1. m.) bij het bataljon 19200. De munitie-aanvulling wordt niet verzekerd geacht tenzij bij de groep zelf 1920 patronen in houders worden medegevoerd hetgeen schrijver mogelijk acht. Blijkt dit in het gevecht niet voldoende dan wenscht de schrijver de in gevecht zijnde groepen te vervangen of een orga nisatie door den compagnies-commandant, van den opvoer van munitie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 111