555 zich aan het vijandelijk vuur bloot te stellen, het voorgelegen terrein te overzien over korte afstanden. Aard en soort en indeeling dezer instrumenten worden besproken. Ten slotte vestigt de schrijver nog de aandacht op de waarneming door middel van het gehoor. Luitenant-Colonel Ducornez beëindigt zijne beschouwingen over Ja puis sance du feu de l'infanterie?' met een voorbeeld „le passage de l'Oise" (4 Novem ber 1918). Schrijver concludeert „Simultanéité du feu et du mouvement dans l'attaque, succession sans intervaile du feu et du mouvement dans l'assaut telles sont les conditions fondamentales que doit réaliser toute attaque d'infanterie". De studie van dit opstel kan in ruime mate bijdragen tot het vormen van een juist inzicht in het vuurgevecht der infanterie. Commandant Audet levert opnieuw eene belangrijke bijdrage in zijn 5e Note pour le commandant du bataillon sur le terrain. Deze „note" is gewijd aan den aanval; besproken worden: I. De uitgangs- (gereed) stelling en de aanvalsobjecten. De uitgangsstelling moet beschouwd worden als een terreinstrook nauwkeurig begrensd aan de voorzijde en van voldoende diepte voor het innemen van de opstelling voor den aanval. II. Het vuur tijdens den aanval, onder welk hoofd schrijver o.m, zegt „het gaat erom de geweerdragenden zonder te veel verliezen aan den vijand te brengen, waartoe men gebruik maakt van het terrein, van de duisternis en vooral van het vuur van de verschillende infanterie-wapens en van de artillerie. III. De manoeuvre van het bataljon, welke omvat de organisatie van de beweging, t. w. het opstellen van de groepen in de uitgangsstelling, het aan geven van aanvalsrichting en aanvalsstrooken en de organisatie van het vuur, t.w. de vuurstellingen voor de zware wapens, het aangeven van de doelen, het voorbereiden van concentraties en van de verplaatsing van die wapens. IV. De vijand en het terrein. De verkenning. Men kan zich thans niet meer zonder eenige voorbereiding op den vijand werpenmaar moet laten verkennen niet met patrouilles maar door officieren en onderofficieren met kijkers, die alle verkregen gegevens nauwkeurig melden. Het terrein moet beschouwd worden met het oog op de mogelijkheden, die het voor de vuurwapenen opent alsmede ten einde de wegen te onderkennen langs welke de geweerdragenden voorwaarts moeten gaan. V. De doorvoering van den aanval. Door een goede reactie zoowel van de grootere als van de kleinere eenheden moet het vuur geconcentreerd worden op de punten waar de vijand weerstand biedt en moet de beweging voortgang hebben daar waar de vijand wijkt. VI. De verbinding met de artillerie. Te voren moeten verschillende vuurcon- centraties worden afgesproken, die daarna naar behoefte gevraagd worden door het seinen van de desbetreffende nummers of letters; c.q. wordt daarna het vuur ook op een kort sein verlegd. Ten slotte wordt het geheele - heldere betoog samengevat in een 6-tal practische regels voor den aanvaller en worden de in het bataljonsbevel op te nemen punten vermeld. Het geheel wordt toegelicht door duidelijke voorbeelden in den tekst en voorts als slot door een tweetal toepassingen ontleend aan gehouden prac tische oefeningen. Capitaine Perré klaagt onder het opschrift Excrcices de combat et litte- rature de guerre" zijn nood, dat het niet mogelijk is om bij vredesoefe- ningen de werkelijkheid voldoende te demonstreeren. Hij beschouwt de verschillende methodes, die gevolgd worden doch keurt deze onvoldoende. Hij wenscht illustratie van het gevecht door pak kende voorbeelden uit de literatuur en geeft een tweetal interessante voor beelden een betreffende „la section de mitrailleuses dans l'attaque" ge trokken uit het boek „L'arme des chefs" van Jean des Vignes-Ronges en een over „La liaison infanterie-artillerie" overgenomen uit „Nos vingt Ans' van André Madeline.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 115