Als metselsteen wordt gebezigd natuursteen en kunstmatige steen.
De natuursteen wordt verwerkt in den vorm van regelmatig
bekapte blokken, als onregelmatige breuksteen en als kalisteen.
Breuksteen is hoekig en scherpkantig, zoodat de mortel zich in
het algemeen beter vasthecht aan breuksteen dan aan de gladde,
ronde rolsteenen, die uit de rivierbeddingen worden weggenomen.
Kalisteen daarentegen is echter veelal harder en minder poreus
dan breuksteen. Men spreekt van „breuksteen metselwerk" en van
„metselwerk in kalisteen".
Tot de kunstmatige steen moet in de eerste plaats worden ge
rekend de gewone baksteen.
De baksteen wordt vervaardigd door het bakken van een mengsel
van klei en zand. Men brengt dit mengsel in vormen van iets
grootere afmetingen dan die der te verkrijgen bouwsteen, stapelt
na lossing uit de vormen deze kleikoeken op, om ze voorloopig
te laten drogen, waarna de nog ongebakken steen in ovens wordt
opgestapeld, waarin de klei wordt „gebakken" en de bekende
bouwsteen ontstaat. De 'afmetingen zijn door het drogings- en
bakproces geringer geworden als normaal gemiddelde geldt in
Indië 13X26X5'/2 c. m.
Klei, aan verhitting blootgesteld, krimpt en scheurt zeer sterk.
Zou dus alleen zuivere klei zonder meer worden verwerkt, dan
zouden de gebakken steenen aan alle zijden breede en diepe
scheuren vertoonen en daardoor als metselsteen onbruikbaar zijn.
Door de klei met zand te vermengen worden de zandkorrels door
klei omgeven, waardoor deze laatste in dunne deklaagjes wordt
verdeeld, die elk op zichzelf wel krimpen en scheuren, doch
de scheurvorming gelijkmatig over de geheele massa verspreiden
als zeer fijne, practisch niet opvallende haarscheurtjes.
Het vervaardigen van baksteen geschiedt in Indië meerendeels
in primitieve, inlandsche veldovens. De inlandsche baksteen is,
als gevolg van te weinig zorg aan de fabricage besteed, als regel
van inferieure kwaliteit De steenen breken zeer spoedig bij het
transport naar en op het werkhet breukpercentage wordt zelfs
wel op 50 °/0 aangenomen.
De bezwaren, die tegen het gebruik van minder goede baksteen
kunnen worden aangevoerd, n.l. de mindere draagkracht van het
metselwerk en de mindere duurzaamheid ervan, wegen in Indië
bij eenvoudige gebouwen niet zoo zwaar als in Europa
1°. omdat de muren dikker worden, doordat de afmetingen
van de inlandsche baksteenen in het algemeen grooter zijn dan
de gebruikelijke afmetingen der Europeesche baksteenen
2°, omdat de gebouwen meerendeels geen verdieping hebben,
zoodat de muren meestal slechts het dak te dragen hebben zonder
meer
3°. omdat in Indië geen rekening behoeft te worden gehouden
met de nadeelen van vorst
481