de aanhechting van de kalk aan de korrels tegengaan. Zoo noodig
moet het zand dus vóór het gebruik worden gewasschen.
Zeezand bevat zouten van in het zeewater aanwezig zwavel
zuur, zoodat het bij gebruik in mortels aanleiding zou kunnen ge
ven tot het ontstaan van CaS04, hetgeen tot uitzetting en uiteen
vallen van de versteende mortel zou kunnen leiden. Wanneer-
rivierzand kan worden verkregen, moet dus het gebruik van zeezand
worden ontraden.
Is men echter genoodzaakt zeezand te gebruiken, dan dient het
vooral goed te worden uitgewasschen met zoet water.
Resumeerende bestaan de metselmortels dus doorgaans uit één van
ondervolgende drie combinaties
lo. kalk tras zand trasmortel
2o. kalk roode cement zand (R.C. mortel)
3o. Portland cement zand P.Cmortel)
Hierbij is buiten beschouwing gelaten het gebruik van kalk-
mortel, samengesteld uit luchtkalk en zand. De versteening van
deze mortel is in hooge mate afhankelijk van de toetreding van
lucht en kan in verband hiermede dikwijls van zeer langen duur
zijn. Daar men er voorts niet altijd zeker van is, dat de lucht
tot binnen in den muur voldoende kan doordringen, verdient de
toepassing van luchtmortel voor metselwerk minder aanbeveling
dan die van de drie boven aangegeven hydraulische mortels,
waarvan de verharding minder afhankelijk is van de lucht
Wordt in bepaalde gevallen een luchtmortel voldoende geacht,
dan kan men een verhouding in volumedeelen bezigen van 1
kalk op 1 tot 4 zand.
De volume verhouding van de samenstellende bestanddeelen
van de mortel wordt in het algemeen bepaald naar de mate van
hardheid, die de mortel na versteening behoort te hebben en
naar den eisch van waterdichtheid, die voor sommige deelen
van het metselwerk wordt gesteld. Een vette of sterke mortel
(groot percentage kalk, c.q. P.C.) heeft na versteening een groote
hardheid en waterdichtheid een magere of slappe mortel (klein
percentage kalk, c. q. P. C.) wordt na versteening minder
hard en vast en is niet waterdicht. Daarentegen heeft een magere
mortel bij de verharding minder neiging tot krimpscheuren dan
een vette mortel.
Magere mortel is als gevolg van het hooge zandgehalte eenigs-
zins rul en laat zich niet zoo gemakkelijk uitsmeren als vette
mortel. De inlandsche metselaar heeft dan ook in het algemeen
neiging om veel kalk of P C. te gebruiken, waardoor de specie
smijdiger en dus gemakkelijker te verwerken is. De mortel wordt
daardoor echter onnoodig duur en bij overdrijving in sommige
gevallen zelfs minder deugdelijk met het oog op de neiging tot
484