het optreden van scheuren en het uiteenvallen van het beton. Een
dergelijke combinatie van ijzer en beton noemt men gewapend
betonde ijzeren staven vormen de wapening. Voor gewapend
beton wordt steeds Portlandcement-beton gebezigd, omdat Port-
landcement roestwerend is en de wapening dus tegen roesten
beschermt.
Bij de vervaardiging van gewapend beton wordt, na het stellen
van de bekisting, eerst de wapening op haar plaats gebracht. Om
de ijzeren staven ook tijdens het storten en aanstampen van het
beton op de vereischte onderlinge afstanden te houden, alsook
om de eigenlijke wapeningsstaven gelijkelijk te doen dragen
worden ze verbonden aan dunnere ijzeren staven in dwarsrichting,
het verdeelijzer. Wapenings- en verdeelstaven worden op de
kruispunten aan elkaar bevestigd door middel van dun ijzerdraad,
het binddraad.
Wanneer de wapening is gesteld, kan het beton worden gestort.
Het stampen moet voorzichtig geschieden om te voorkomen, dat
de wapening daardoor van haar plaats zou geraken.
De samenstelling der wapening, de vorm en de afmetignen der
wapeningsstaven worden in elk geval afzonderlijk berekend vol
gens methoden, die hier buiten beschouwing zullen blijven.
HET BOUWEN.
Na de bovengegeven inleidende beschouwingen over metsel
werk en beton kunnen thans de samenstelling en de opbouw
van een eenvoudig gebouw in het kort worden besproken. Achter
eenvolgens zullen daarbij worden nagegaan de fundeering, deuren
en ramen, het opgaand metselwerk, de kapconstructie, de indek
king, plafonds, vloeren en de verdere afwerking van het gebouw.
Het spreekt vanzelf, dat hierbij zal worden uitgegaan van een ge
bouw van zeer eenvoudige constructie, waarbij zich geenerlei tech
nische moeilijkheden voordoen.
De fundeering.
Het doel van de fundeering is het gebouw op een grooter grond
vlak te doen rusten dan het geval zou zijn, wanneer de muren
zonder meer op den grond werden geplaatst. Door aan de muren
een verbreeden voet te geven wordt het gewicht van het gebouw
over een grooter oppervlak verdeeld, zoodat de belasting van
den grond per eenheid van oppervlak kleiner wordt en in overeen
stemming kan worden gebracht met de draagkracht van den
bodem. Het breedere grondvlak verhoogt verder de stabiliteit van
het gebouw.
De fundeering, waarvan het ondervlak, de aanleg, zich normaal
0,601,50 m onder het maaiveld bevindt, brengt voorts het ge
wicht van het gebouw over op een dieper gelegen en dus vastere
grondlaag met een grooter draagvermogen, waardoor tevens de
488