Het maken van een boog geschiedt op overeenkomstige wijze. Als ondersteuning bezigt men een formeel, bestaande uit twee verticaal en door klossen op den vereischten afstand evenwijdig aan elkaar gestelde planken, die aan de bovenzijde cirkelvormig zijn bezaagd. De pijl van den boog houdt verband met de grootte van de overspanning, de te verwachten belasting en de beschik bare hoogte. Zoo mogelijk wordt een pijl aangenomen van '/4 der overspanning. De hoogte van strekken en bogen wordt doorgaans gelijk geno men aan de dikte van den muur. Het verdient aanbeveling strek ken en bogen in P.C.specie te metselen, om op een spoedige ver steening te kunnen rekenen. De formeelen worden in .dit geval eerst gelost, zoodra de versteening voldoende is gevorderd. Voor alle zekerheid neemt men bij het lossen het formeel niet in eens geheel en al weg, doch laat het slechts eenigszins zakken om den strek of den boog vrij te maken, zoodat, wanneer deze zich door een of andere oorzaak zou begeven, instorting van het daarop aangebrachte metselwerk met de gevolgen daarvan wordt voorkomen. Men kan dit gemakkelijk bewerkstelligen door de formeelen te steunen door stempels op houten wiggen, waardoor bovendien de ondersteuning bij het aanbrengen gemakkelijk passend kan worden gemaakt. Door de wiggen terug te slaan zakt het formeel vanzelf. Een latei is een rechte balk ter afdekking van een muurope ning, meestal uitgevoerd in gewapend beton of natuursteen, doch ook vaak bestaande uit een ijzeren ligger. De lengte van het latei is gelijk aan de breedte van de te overspannen opening in den muur, vermeerderd met de lengte der beide opleggingen, d. z. die gedeelten van den muur, waarop het latei komt te rus ten. De grootte van de oplegging houdt verband met de afme tingen van de dwarsdoorsnede van het latei, die op hun beurt door berekening worden vastgesteld naar de grootte van de over spanning en van den over te brengen druk. Het bovenvlak van strekken en lateien dient te strooken met een lintvoeg; de practische hoogte van beide wordt hiernaar geregeld. Een latei brengt de belasting in vertikalen zin op de recht standen over, in tegenstelling met strekken en bogen (althans de segmentbogen), waarbij deze overbrenging plaats heeft in een richting loodrecht op den aanzet, d. i. het schuin behakte vlak van den muur, waartegen de zijkant van den strek of den boog aansluit. Bij een latei ondervinden de rechtstanden dus uitsluitend vertikalen-, bij strekken en bogen tevens horizontalen druk. Wanneer deze zijdelingsche druk niet door dien van een naast gelegen strek of boog wordt gecompenseerd, zullen de rechtstan den zelf daartegen weerstand moeten bieden. Dit is het geval bij de eindpenanten van een gevel, die met het oog hierop vol doende breed moeten zijn. 497

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 57