steigers kunnen schoorbamboes in een vlak, loodrecht op de lengterichting van den steiger tevens gewenscht zijn. Het is zaak de sjorringen, waarmede de onderdeelen van den steiger aan elkaar zijn verbonden, te contröleeren en bij het hooger opwerken van den muur na te gaan of de steiger in beide rich tingen wel voldoende is geschoord. Gebrekkig toezicht op de soliditeit van den steiger is als regel de oorzaak van ongelukken, die met het instorten van een steiger gepaard gaan. De uitvoerder van het werk is in dergelijke gevallen dan ook meestal de ver antwoordelijke man. De kapconstructie. Van de vele verschillende constructies, die voor kappen van gebouwen worden toegepast, zal hier alleen worden behandeld de hangkapconstructie, omdat deze zich voor eenvoudige gebou wen in Indië het meest eigent en dan ook algemeen gebruikelijk is. De meest eenvoudige dakvorm is die van het zadeldak, samen gesteld uit twee rechthoekige dakvlakken (dakschilden). Elk dakschild wordt gedragen door gordingen in de lengterichting van het gebouw. Deze vinden op hun beurt steun op de beide eindrechtstanden en op daartusschen in gelegen spanten van de kapconstructie. Deze laatste worden aangebracht op een onder- lingen afstand, die afhankelijk is van de zwaarte van het kaphout en van het indekkingsmateriaal en in verband hiermede variëert van b.v. 2,50 m tot 3,50 a 4 m. Fig. 19 geeft een schematisch voorbeeld van een kapspant bij een hangkapconstructie. Men onderscheidt hierbij twee kapbeenen, een bintbalk en een makelaar. Wanneer de overspanning grooter wordt dan 3 m, zijn bovendien schoren noodig om doorbui ging van de kapbeenen te voorkomen (fig. 20). De onderdeelen van het kapspant worden aan elkaar verbonden door houtverbindingen, gedetailleerd voorgesteld in de figuren 21 t/m 24. Deze verbindingen worden bij kap- spanten met een overspanning grooter dan b. v. 3 m. versterkt door middel van dubbel voorkomende ijzeren beugels, ver vaardigd van plat staafijzer en door middel van schroefbouten aan het kaphout bevestigd. Om doorbuiging van den bintbalk te voorkomen wordt deze in het midden aan den makelaar opgehangen. De verbinding van bintbalk en makelaar moet een zuivere ophanging zijn, waarbij voorkomen wordt, dat de makelaar op den bintbalk komt te rusten. Men bereikt dit door een verstelbaren ijzeren beugel en een losse pen- en gatverbinding, die beweging in zijdelingsche richting onmogelijk maakt, doch beweging in verticalen zin toelaat. Zie fig. 24. Alle met elkander in aanraking komende houtvlakken der ver bindingen en al het versterkende ijzerwerk worden vóór het in 499

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 59