zal veel aanraking met 's vijands lichte troepen op den marsch- weg kunnen worden verwacht. Een ruggesteun is dus zeer gewenscht. Bovendien is het voor de direct bev. Cav. veel verkieslijker deze reeds bij de hand te hebben, dan te moeten wachten tot de spits-compie. ze hulp verschaft. Wanneer èn van den vliegdienst èn van het verk. esk. berichten binnenkomen omtrent de vij. hoofdmacht en tot de ontplooiing wordt overgegaan, dan zal geleidelijk aan, de indirect bev. Cav. haar plaats(en) op de(n) vleugel(s) innemen. Een vraag, welke zich voordoet, is n. 1. deze of het gewenscht is, dat de Cavalerie zoolang mogelijk voor het front blijft dan wel tijdig naar de vleugels afmarcheert. De voordeelen, van het lang voor het front blijven, zijn deze, dat we de bewegingen van onze eigen troepen voor de vij. lichte troepen zoolang mogelijk maskeeren. In dit stadium zal bij het ontmoetingsgevecht echter ook de vijand reeds tot de ontplooiing zijn overgegaan. Het melden in groote trekken van de wijze, waarop 's vijands ontplooiing plaats heeft, is zeer zeker Cavalerie- werk, z. m. in samenwerking met den vliegdienst. In de eerste plaats is dit de taak van het verk. esk., dat langzamerhand met den vijand op de eigen troepen terugvalt. Het dekken van de vleugels tijdens de eigen ontplooiing is in de eerste plaats de taak van de flankdekking Cavalerie, die met de zich ontwikkelende Divisie mee naar voren opschuift. Voor de direct bev. Cav. zal dus in het algemeen geen aan leiding zijn vóór het front weg te gaan, voor ze hiertoe gedwongen wordt. 2, De beveiligingsdienst op de flanken. Java is arm aan groote wegen. Een marcheerende divisie zal dan ook met de hoofdmacht zich in den regel alleen langs den hoofdweg kunnen voortbewegen. Het is vanzelf sprekend, dat een meer dan 10 K.M. lange colonne zijne flanken moet beschermen, niet alleen bij een zuivere front- marsch tegen verrassende vuurovervallen van vij. mobiele troepen, en ongewenschten inkijk, maar indien de marschrichting zoodanig is, dat een der flanken meer bloot komt, dan is het hoog nood zakelijk, dat de beveiliging zich verder uitstrekt. Verk. patrs. zullen dan moeten worden uitgezonden tot afstanden van 15 en 20 K.M. Vij. Cav. is er heel gauw achter, hoever de beveiliging zich uitstrekt en indien deze dienst verwaarloosd wordt, kunnen we er zeker van zijn, dat bij den aanvang van een gevecht haar reeds in groote trekken bekend is hoe groot de sterkte der tegenover haar liggende troepenmacht is en hoe deze zich gegroepeerd heeft. Aan cavalerie kunnen we thans hoogstens één eskadron hiervoor afzonderen, waarvan twee pelotons op de meest kwetsbare flank en één peloton op de andere, tenzij er redenen zijn hiervan af te wijken. 469

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 5