niet zoo zeer om het uiterlijk van het gebouw goed af te werken als wel om het hout te conserveeren, de duurzaamheid ervan te vergrooten. Oe dekkende verflaag voorkomt het afwisselend vochtig worden en weer uitdrogen, hetgeen zeer nadeelig is voor de hoedanigheid van het hout. Bij het verven van hout wordt olieverf gebruikt. Olieverf is een mengsel van verfstof en lijnolie, waarvoor men bezigt gelijke deelen gekookte en ongekookte lijnolie. Gekookte lijnolie, droogt n. 1. spoediger dan ongekookte lijnolie. Door het uitsluitend ge bruik van gekookte lijnolie zou de qualiteit van het verfwerk echter minder goed zijn, vandaar dat men de lijnolie „half om half' bezigt. Voor een goede uitvoering van het verfwerk gaat men als volgt te werk 1°. Wanneer het hout goed droog is, worden de te verven houtvlakken bedekt met een grondverflaag, bestaande uit een lood wit- (loodmenie-) verflaag. 2°. Zoodra de olie is opgedroogd worden alle gaatjes en scheur tjes met stopverf (een mengsel van krijtwit, lijnolie en eenig lood wit) dicht gemaakt {stoppen). 3°. Nadat de stoplaag droog is, wordt deze met puimsteen opgeschuurd. 4°. Om een glad oppervlak te verkrijgen wordt zoo noodig geplamuurd, waaronder men verstaat het dun uitstrijken met een z. g. plamuurmes (een bijtelvormig, veerkrachtig stuk schilders gereedschap) van een mengsel van 2 deelen pijpaarde, 1 deel loodwit en 1 deel gekookte lijnolie (plamuur). Eventueel overgeble ven gaatjes worden hierdoor gedicht. De plamuurlaag wordt daarna met een zeer dunne verf bestreken, welke met fijne puimsteen wordt ingeschuurd. 5. Vervolgens wordt na opdroging meestal een tweede grondverf laag opgebracht, die op kleur is aangemaakt. 6. Ten slotte wordt, na afschuring der grondverflaag de dekverf opgebracht, een tamelijk dun vloeibare verf van de gewenschte kleur en wel in één of twee lagen. Om het scheuren van de verflaag te voorkomen is het beter tweemaal een dunne laag uit te strijken dan éénmaal een dikke laag op te brengen. Houtwerk, dat met muurwerk in aanraking komt moet tweemaal met loodmenieverf worden bestreken. Niet in het gezicht komend ijzerwerk wordt tweemaal met loodmenie bestreken. Zichtbaar ijzerwerk wordt bovendien tweemaal met dekverf behandeld, de tweede laag vooral dun uittestrijken. Rabitz-wanden. Ter verkrijging van lichte steenen wanden voor afscheiding van ruimten, waarvoor halfsteensmuren onnoodig zwaar en kostbaar worden geacht is de toepassing van Rabitz-wanden aan te bevelen. 507

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 67