Komt nu bij dit nadeel nog het nadeel dat zij niet naar de buitengewesten kunnen worden overgeplaatst, dus voor onbe- paalden tijd moeten afzien van een aanstelling, die tevens trakte mentsvermeerdering beteekent, dan is het begrijpelijk, dat de animo om bij de K. M. bediening te worden ingedeeld daardoor ongunstig wordt beïnvloed. Men voelt zonder nader commentaar hoe een dergelijk ver schijnsel ongunstig moet inwerken op de goede bediening van het wapen, dat het centrum van de vuurkracht der brigade vormt. En zoolang we een ruime en goede r e s er v e bezitten, mag die bediening niet overgeplaatst worden. Zoolang echter de bovenomschreven ongunstige omstandigheden voor den soldaat blijven bestaan zal, het vormen dier reserve zeer bemoeilijkt worden. Dus zal men naar een middel moeten zoeken om uit deze onverwacht ontstane moeilijkheid te geraken, zonder den soldaat en zonder de goede bediening van den K.M. te benadeelen. Wij meenen, dat dit middel in dezelfde I. O. no. 1 gevonden kan worden. Immers art. 7 lid 5 geeft aan: wanneer wegens dienstbelang niet tijdig kan worden voldaan aan de overplaatsing van fuseliers uiter lijk in hun vierde dienstjaar naar de buitengewesten, dan kan de Inspecteur der Inf. naar omstandigheden de termijn van twee jaar voor de buitengewesten verkorten. Maar bovendien bepaalt hetzelfde artikel in ad 7 in gevallen, waarin niet is voorzien, zal omtrent de aanstelling tot infanterist eerste klasse door den Inspecteur der Inf. worden beslist. Nu zal het o. i. de vraag zijn of verkorting van den ter mijn in dit geval de afdoende en algemeene verbetering kan brengen. Want het eigenaardige geval doet zich bijvoorbeeld bij een Timoreesche compagnie voor, dat daar, ondanks het feit hoe vrijwel iedere Timorees hemel en aarde beweegt om naar de buitengewesten te gaan, slechts zeer weinig Timoreezen naar die gewesten vertrekken. Dit feit viel schrijver dezes bij het nagaan van de stamboeken bij zoo'n compagnie dagelijks op. Inderdaad bleken bij die com pagnie toch minstens twintig soldaten dadelijk in aanmerking te kunnen worden gebracht óf voor aanstelling tot inf. Ie kl. óf tot gelijkstelling in soldij met Men. en Amb. Doch vrijwel allen konden niet voldoen aan den eisch: twee jaar in alle opzichten voldaan hebben bij den patr. dienst in de buitengewesten. Dit verschijnsel spreekt misschien nog duidelijker door de illus tratie, dat voor zes plaatsen op Celebes zich meer dan vijftig man opgaven, van wie het grootste deel van vier tot tien jaar op Java had gediend. 523

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 83