;h
fig. 5
fig. 6
In beide gevallen moet de schutter tijdens het vuren het wapen
in eenzelfde richting houden, terwijl het vliegtuig schijnbaar door
vliegt langs de lijn hulprichtpuntkorrel en richt daarna opnieuw,
hierbij zoo snel mogelijk achter elkander vuurstooten afgevend
van 5 patronen.
Als gemiddeld vizier neem ik aan dat van 300 M. Het vliegtuig
zal zich dan steeds in den spreidingskegel bevinden.
Recht naderende doelen.
Nadert het vliegtuig in horizontale richting dan wordt met het
vizier van 300 M. met zeer grof korrel (de geheele korrel boven
de vizierkeep zichtbaar) op den kop gericht.
De korrel van den karabijnmitrailleur is gemiddeld 6 m. M.
hoog, de lengte van de richtas 440 m. M., dus een verticale ver
plaatsing van de korrel over 6 m. M. geeft een afwijking van
14 °/oo-
Daar de tg. vizierhoek 300 M. 3.79 °/oo bedraagt, wordt d.t.g.
de tg. van de gebruikte vizierhoek 3.79 0/00 140/no 17.79 °/00,
wat ongeveer overeenkomt met het vizier van 800 M.
Het vliegtuig zal zich dan steeds in den spreidingskegel bevinden.
Bij zich recht verwijderende doelen wordt met fijn korrel op
den onderkant van den kop van het vliegtuig gericht.
De mitrailleur.
Hoewel het A. T. V. in punt 39 (3) 't niet noodig oordeelt, dat
de mitrailleurs bedoeld in punt 39 (4) bepaaldelijk voor het vuren
op vliegtuigen moeten zijn uitgerust, is het m. i. toch wel zeer
gewenscht dat laatstbedoelde mitrailleurs ook van bedoelde bij
zondere richtmiddelen zijn voorzien, hetgeen in hooge mate hun
werkingssfeer zal uitbreiden en de uitwerking van het vuur zal
ten goede komen.
Slechts tot 200 M. toch vindt de schutter om de kogelbaan bij
schuin naderende doelen eenige Meters voor het doel te brengen
een hulpmiddel geboden in het blad van de vizierklep.
Richt men langs de lijn rechter (linker) bovenhoek blad vizier
klepkorrel, dan krijgt men bij de Vickers mitrailleur een zijde-
584
bovenaanzicht (kor
relbeschermer enz.
g weggelaten)
door-
3 c.M
sneda
A. B.