Deze formule wordt gebruikt in Duitschland (springstof pikrinezuur en trotyl) en in België (trotyl) echter alleen vooi brisante springstoffen. Voor buskruit wordt in België nog gebe zigd de formule van BRALION L 0,185 g w3 (1 +4,4 n3) In het begin van de 19e eeuw werden door LEBRUN nog de volgende, empirische formules afgeleid voor de verschillende soorten van mijnen voor gewone mijnen L g w3 overladen mijnen L[ L (0,91 n 0,09)3 (3n 4 \3 7 Het Fransche springvoorschrift gebruikt, evenals het Nederl. voorschrift, de formules van den Franschen genie-officier DAM- BRUN, waarbij voor de berekening van de grootte der ladingen voor overladen en onderladen mijnen de meest nauwkeurige resultaten werden verkregen. Volgens deze formules, waarvan de juistheid proefondervindelijk meerdere malen is aangetoond (en eveneens langs theoretischen weg door Ricour) is voor: gewone mijnen: L= g w3 en voor over- en onderladen mijnen Li g <7 w3, waarin q (ffTn2 - 0,41)3 waarbij L in KG en w in M, terwijl de grootte van de coëfficiënt q tabellarisch is berekend, varieerend bij een mijnwijzer n van 0 tot 3 met de waarden voor q van 0,2 tot 21. Wordt in deze laatste vergelijking q 1 n2 0,41)3 n 1 gesteld, dan is n2 1 en daar ^2 1,41 wordt daarmede de geheele uitdrukking tot 1. Het is wel opmerkelijk, dat, zooals reeds werd opgemerkt, de Fransche Genie-kapitein: Ricour in zijn studie's over deze formule langs zuiver theoretischen weg tot dezelfde formule-constructie kwam. Ondervolgende tabel geeft nu voor de verschillende waarden van n een vergelijkend overzicht van de waarden van de ver houding JiL voor de formule van Lebrun L, L (0,91 n 0.09)3 en die van Dambrun L, L 1 n2 0,41)3in ver gelijking met de juiste, langs proefondervindelijken weg, gevonden uitkomsten. 595

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 37