Het Nederlandsche Leger gebruikt L 30b, bij hoogten 30 cM en groote breedte L b h bij hoogten tot 30 cM, wanneer de lading tegen het breedste zijvlak van de doorsnede wordt aangebracht. Wordt de lading tegen het smalste zijvlak van de doorsnede aangebracht, den is L h2 voor h 30 cM. L 4/3 h2 Voor rondhout zijn de formules L d2 voor d <j 30 cM en L 4/3 d2 voor d j> 30 cM. De formule L h2 wordt eveneens voorgeschreven in het Daitsche „Sprengvorschrift 11" als L D2 waarin L in grammen en D voorstelt bij rondhout de diameter en bij bezaagd hout het grootste zijvlak, ongeacht of de lading aan het breedste of het smalste zijvlak wordt aangebracht. Bij taai en warrig hout en bij afmetingen j> 30 cM isL 4/3 D2. Het Engelsche voorschrift schrijft de formules voorC 3 B T2 in „stones" en „feet", of omgezet L 0,048 b d2 voor harde houtsoorten, en L 0,024 b d2 voor zachte houtsoorten Voor rondhout wordt deze formule L 0,048 d3 voor hard hout. Het Fransche voorschift geeft aan a. voor vierkant bezaagd hout L b h voor zacht hout, en L 1,35 bh voor hard hout. b. voor rondhout L d2 voor zacht hout, en L 1,35 d2 voor hard hout. In het betrekkelijke Diagram III zijn de formules, gebezigd voor zacht hout, grafisch voorgesteld. Beschouwen wij de dia grammen nader, dan blijkt, dat het grafisch verloop van de (Ned. Ind.) formule L 0,04 b d2 zich het beste aansluit aan de krom me der, met 50% verhoogde, minimaalladingen. Deze formule heeft echter weer het bezwaar zooals ook duidelijk uit het grafisch verloop blijkt dat bij kleine houtdikten de ladingen ietwat aan den kleinen kant zijn, terwijl bij grootere houtdikten 605

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 47