5. LUCHTFOTOGRAFIE.
(met een foto en twee figuren).
door 0.
Over luchtfotografie is het laatste woord nog niet gesproken.
Vooral voor militaire doeleinden waarbij het de bedoeling is, om
in een korten tijd van een terreingedeelte te kunnen beschikken
over een nauwkeurige luchtfotokaart, zonder dat het noodig is
van te voren op den grond punten vast te leggen en te merken,
is het vraagstuk nog niet geheel opgelost.
Tijdens den oorlog van 1914 werd er vooral van Amerikaan-
sche zijde veel waarde gehecht aan dergelijke kaarten, en was
men er toe overgegaan om systematisch op geregelde tijden, van
de verschillende sectoren, telkens weer fotokaarten samen te stellen.
Voor de gedeelten van het front waar veel actie was, geschiedde
dit zelfs iederen dag, in gedeelten van minder belang eens in de
week. Door vergelijking van de verschillende kaarten van een
zelfde terreingedeelte konden dikwijls zeer belangrijke conclusies
worden getrokken. Het behoeft geen betoog dat men alle pogingen
in het werk stelde om de werkzaamheden tot een minimum te
beperken, en zich daarom bepaalde na de opname van uit de lucht,
tot het ontwikkelen van de negatieven, het afdrukken en samen
stellen van de kaarten, terwijl het vergrooten of verkleinen van
foto's welke niet op de gewenschte schaal waren of het omwerken
van foto's, waarvan bij de opname de lensas niet zuiver verticaal
was gericht, tot een minimum beperkt moest blijven.
Dit is alleen te bereiken indien de vliegeniers voldoen aan
hooge eischen, wat betreft het vliegen volgens een aangegeven
lijn op de kaart en het steeds blijven vliegen op dezelfde hoogte.
Wat toch is het geval, de camera is voorzien van een doos
niveau of twee loodrecht op elkaar staande buisnivieau's. Voor
loodrechte opnamen, waarvan hier alleen sprake is, moet bij
iedere opname de bel inspelen, om de lensas te laten samen
vallen met de verticaal; dit laatste is echter alleen het geval,
wanneer het vliegtuig voortdurend dezelfde richting houdt.
Een schietlood, opgehangen in een vliegtuig zal n. 1. bij het
maken van een bocht niet gericht zijn naar het middelpunt van
de aarde, maar een richting hebben loodrecht op den bodem
van het toestel; nu zal een vliegenier bij de poging om volgens
een rechte lijn te vliegen, hiervan telkens afwijken en door het
beschrijven van flauwe bochten weer in de goede richting komen.
Ook bij inspelende bel zal dan de lensas niet samenvallen met
de verticaal en geen zuiver loodrechte foto worden verkregen.
609