b. vervulling van den militairen plicht als lid van de Volkenge meenschap tegenover andere volken. 2. De taak, bedoeld sub lo moet in hoofdzaak door het leger worden vervuld, dat daartoe berekend en uitgerust moet zijn. Voor zoover de Vloot aan de vervulling van deze taak deel neemt, geschiedt dit met de middelen, die beschikbaar zijn voor het doel, bedoeld sub 1 b 3. De taak omschreven sub 1 b beperkt zich afgezien van de deelneming met beschikbare middelen aan een gemeenschap pelijke actie met anderen tot handhaving van een strikte neutraliteit in conflicten tusschen andere mogendheden. Onverminderd de bevoegdheid van den Gouverneur-Generaal om bij het uitbreken van internationale conflicten naar eisch van de dan bestaande omstandigheden over land- en zeemacht te beschikken, wordt voor vaststelling van organisatie en uitrusting van de weermacht er van uitgegaan, dat de neutrali- teits-handhaving op Java wordt vervuld door het Leger met steun van de Vlootin de gewesten buiten Java door de Vloot, die daarbij op bijzonder kwetsbare punten door het Leger wordt gesteund. 4. De mate, waarin de sub 1 b bedoelde en onder 3 nader om schreven taak kan worden vervuld, wordt nauw bepaald door onze financieele en personeele krachten. Het totaal voor land- en zeemacht per jaar te besteden bedrag kan een bepaalde fractie van de gewone jaarlijksche inkomsten niet te boven gaan. In het algemeen zal het cijfer, dat het bedrag dier fractie over de laatste jaren voorstelt, niet belangrijk kunnen worden overschreden. 5. De zeemacht in Nederlandsch-Indië bestaat uitj: a. de zeegaande vloot, b het drijvend materieel voor locale verdediging en versperring, c. de maritieme luchtmacht en d. de maritieme inrichtingen aan den wal. Het doel sub a heeft een sterkte van ten minste 2 kruisers. 8 jagers en 12 onderzeebooten, onverminderd de mogelijkheid om aan een of meer van deze schepen krachtens Koninklijke machtiging tijdelijk een andere bestemming te geven. Voor de zeegaande vloot wordt Soerabaja als basis vol tooid. De toegangen naar die haven zullen door batterijen met middelbaar geschut aan den wal worden [beschermd. 6. De sterkte van het Leger daaronder begrepen de Europeesche militie, aan infanterie wordt bepaald door hetgeen noodig is voor de vervulling van de sub la (en 2) bedoelde taak. Voor zoover de infanterie op Java is gelegerd, wordt zij georganiseerd, bewapend en uitgerust, alsmede versterkt met hulpwapens 613

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 55