626 het politieke leven terug zou trekken na het échec dat men tegen de Zuidelijken had geleden maar beide partijen zijn felle tegenstanders van het Bolshevisme. Chang liet zich echter niet op zijde dringen, usurpeerde zelfs den titel en het ambt van Tai Yuan Shuai (generalissimus) en wist langzaam maar zeker zijn positie weer te versterken. Intusschen gaf ook de oude houwdegen Wu Pei Fu den strijd niet op. Hij wist na zijn nederlaag weer een leger van 50.000 man bijeen te brengen, sloeg zijn hoofdkwartier bij Nanyang op en schijnt van daaruit een aanslag op Chumatien aan de Peking-Hankou lijn in den zin te hebben. Ook Chang Chung Changs positie is aanzienlijk versterkt door het ingrijpen der Japanners. In het begin van deze maand schijnt de opmarsch van Chiang Kai Shek aan het kruispunt tusschen Keizer Kanaal en de Nangking-Tientsien lijn tot staan te zijn gekomen. Men krijgt den indruk dat de troepenzendingen der Japanners, wellicht ook de steun van Japansche militaire adviseurs een ommekeer in de situatie op dit deel van het oorlogstooneel teweeg hebben gebracht. Toen de generaal, die het bevel voerde over de Noordelijke troepen tusschen Kiautschau en Kaomi naar de Zuidelijken overliep met 3000 man, volgde al spoedig een nieuwe Japansche troepenzending van '2000 man van Dairon naar Tsingtao. Tegelijkertijd kwamen berichten binnen van het overloopen van Zuidelijke troepen van den tupan van Anhwei, de gene raal, Chen Tiao Yuan (overigens een specialist in overloopen), naar de Noordelijken bij Hsuchow Fu aan de lijn Pukou- Tientsin. Chang Chung Chang ging tegelijkertijd tot het offensief over, veroverde Hanchuang, gelegen aan het kruispunt van het Keizerkanaal en de spoorlijn en rukte naar Hsuchow fu op. Door een tegenaanval werd hij echter weer op Lincheng teruggeworpen Kort daarop debarkeerden de Japansche troepen te Tsingtao. Chiang Kai Shek trok daarop op Nangking terug, omdat de opmarsch van generaal Chang Fu Kuei naar Nangking gevaarlijk voor hem scheen te worden en de kans op succes in het Noorden nu de Japanners aan de Fengtien krachtigen geestelijken en vermoedelijk als het noodig was ook wel materieelen steun zouden verleenen, gering mocht worden genoemd. Wel zond de Peking regeering een vlammende protestnota aan Japan over het landen van troepen, maar het telegram spreekt van een mondeling protest dat hieraan vooraf is gegaan, en het maakt den indruk alsof het hier een kwestie van „face" gold. Door een nieuw offensief viel Hanchuang daarna wederom in handen der Noordelijken en ditmaal was de stootkracht van het leger der Zuidelijken definitief gebroken. Het schijnt dat Chang Chung Chang thans Hsuchow fu heeft hernomen. Een wapenstilstand werd tusschen Chiang Kai Shek en Chang Chung Chang gesloten, terwijl als eisch daarbij werd gesteld dat Chiang de provincie Shantung geheel zou ontruimen en met de Noordelijken een veree- nigde actie tegen de Zuidelijken zou inzetten. Zooals gezegd is, voor een niet gering deel de actie der Japanners van invloed geweest op de situatie in Shantung. Tanaka schijnt ondanks den tegenstand van verschillende kanten, een meer positieve politiek ten aanzien van China te hebben kunnen doorvoeren. Shibuzawa, Japan's „grand old man" op financieel gebied eischt vóór alles een consolidatie van den financieelen toestand, verzet zich krachtig tegen iedere expansie politiek, eischt een streng doorgoeverde bezui niging en een voorzichtig economisch beleid Hij wil dat Japan ten aanzien van China een voorzichtige zelfstandigheidspolib'ek van non- interventie zal voeren. Maar de Japansche Generale Staf, gesteund door het Hooger Huis wenscht een positieve politiek in China te voeren en eiseht tevens een krach tige bestrijding van het bolshevisme. Want ook in het Keizerlijke Japan begint het bolshevisme krachtig om zich heen te grijpen. In een officieel rapport van den procureur-generaal aan den premier Tanaka over een hoogloopend geschil tusschen pachters en landeigenaars, wordt gemeld dat de distridten Takaichien Kita Katsuragi volkomen gebolsheviseerd dreigen te worden. De Shinto-dienst wordt vrijwel geheel verwaarloosd. Openlijk wordt propaganda gemaakt tegen het individueele bezitsrecht. Zelfs worden de demonstraties der pachters gesteund door de politie. In deze districten zijn ongeveer 30.000

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 70