en steken, aan de onderscheidingsteekenen van land- en zee macht, de algemeene en bijzondere verplichtingen der posten, de verplichtingen van den tirailleur e. d. De erkenning van de zwaarte van de taak van vaste instruc teurs lag vroeger in selectie en een toelage, tegenwoordig nog alleen in selectie. Die zwaarte ligt minder in de leerstof dan in het opleidingssysteem. De opleiding van de brigade voor het gevecht vraagt stellig niet minder van de capaciteiten van het kader, al vraagt de troep voor die opleiding geen selectie. 7. Een opleiding van 7 a 8 maanden is gevoelig voor allerlei storende invloeden, vooral in de eerste vier maanden, waarin wegens vele theorieën en tal van Nederlandsche woorden, de taalmoeilijkheden voor Javaansche en andere niet-Maleisch sprekenden zwaar zijn. Bij eenigszins langdurige ziekte is de verloren tijd dan op acht maanden groot, zoodat de neiging bestaat recruten, die moeite geven, het onderwijs van een volgende klas te doen volgen. Zoo zijn, van de in bijlage A voorkomende recruten, alleen wegens geslachtsziekten, 55 man gemiddeld een maand aan de opleiding onttrokken geweest. Sommigen zijn bij een an dere klas ingedeeld, enkele klassen kwamen in hun geheel tot herhaling, twaalf man werden aan andere compagnieën overgegeven en drie man werden afzonderlijk naar de veld- bataljons nagezonden. Eén man werd afgevoerd. Klassen die kort voor den regentijd hun opleiding aan vangen worden ongeveer zes maanden gehinderd door dras sige of onder water staande terreinen. Verder zagen we bij dezen vorm van opleiding, dat een klas over het algemeen wordt, wat een klassecommandant er van maakt. Het correctief op een minder goed klassecommandant is zwak, en de praktijk wijst ook uit dat bij eenzelfde com pagnie de resultaten der opleiding voor de klassen veel kan verschillen. Deze storende invloeden zijn bij een ongebroken opleiding gemakkelijker te neutraliseeren. 8. Niettegenstaande de recruut het in acht maanden niet verder brengt dan individueele geoefendheid, draagt de opleiding, ondanks die schijnbaar ruim toegemeten tijd nog een te ge jaagd karakter. Voor velen het leeren van een nieuwe taal, vrij veel theorieën met zoovele vreemde benamingen die vooral voor analphabeten tal- looze malen moeten worden herhaald, een veel tijd vragende licha melijke vorming, en tenslotte de eigenlijke vakkennis, maken voor de meesten een dienst van half zeven tot half twaalf met nog een uur in den namiddag noodig, waarbij tusschentijds wapens, klee ding en uitrusting moeten worden onderhouden. 650

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 12