Voor hen die minder goed mee kunnen, is voor extra aandacht
weinig speling, de vrije tijd biedt weinig gelegenheid. Die zuinig
heid met den tijd, noodzakelijk zooals we zagen om het aantal
depot-bataljons te beperken, vindt de recruut in geen later stadium
van zijn gedurende 20 tot 25 jaar voortgezette opleiding meer
terug, doch ook systeem en methode in opleiding verdwijnen voor
hem in te veel gevallen met het depot-bataljon.
Daar komt bij dat de in acht maanden opgedane kennis en
kundigheden niet vast liggen, zoodat zich het verschijnsel kan.
voordoen dat de man, na het verlaten van het depot-bataljon ver
liest van wat hij bezat, terwijl er weinig bij komt. Wordt hij uit het
oog verloren, dan ontstaat daardoor het bekende type soldaat, dat
met weinig begrip van zijn vak doch voldoende inzicht in zijn privé
belangen meeloopt, het type dat zich aanpast aan de beslom
meringen van den dagelijkschen dienst en aan de verlangens zijner
wisselende chefs en zich tenslotte het behagelijkst voelt in de rustige
atmospheer van een goedang.
Het type soldaat dat selectie, dat is de vorming van zes mare
chaussee-compagnieën op Java noodig maakt.
Zou een recruteering en organisatie, die zich aanpassen aan
de eischen der opleiding die noodzaak niet kunnen opheffen?
Slotbeschouwing over de nadeelen van ons opleidingssysteem.
Dat wij de opleiding van den infanterist theoretisch in tweeën
breken en haar praktisch, aangezien ze nimmer eindigt, in tien,
twintig of meer stukken verdeelen, moge onvoldoende geoefende
bataljons, regimenten en divisies geven, de gevolgen van dit kwaad
gaan nog verder.
Ondoelmatigheid in opleiding, het werk van alle troepen-offi
cieren, werkt buitengewoon deprimeerend op de arbeidslust. De
troependienst is veelal niet gewild en kan het onder deze omstan
digheden ook niet zijn. Het is niet uit roeping voor bureaudienst
of voor gezaghebberswerkzaamheden, dat de meesten van ons
officier zijn geworden, en toch gaat de neiging van velen dien kant
uit. Het Indische leger biedt voldoende afwisseling om ook in
troependienst een zekere ambitie te verwachten.
Geen commandant is verantwoordelijk te stellen voor de ge
oefendheid van zijn onderdeel, waardoor alle te stellen eischen
op een lager plan komen.
De kadervorming bij de infanterie moet daarvan den invloed
ondergaan, de vorming van jonge officieren evenzeer, beoordee
lingen worden moeilijk of onzuiver, onderschatting van den troe
pendienst, overschatting van het administratieve werk is er het
gevolg van.
De administratie van een compagnie kan in orde zijn, de
geoefendheid niet. De aandacht van commandanten en chefs houdt
daar vaak rekening mee, tot uiting komend in te groote aandacht
voor de paperassen.
65 fe