daarop verkregen machtiging leidde tot een werving naar de hier
boven aangegeven beginselen, waarbij gebruik is gemaakt van
wenken, door Dr. Balner gegeven in zijn bekend artikel van begin
1925 in dit tijdschrift.
Het feit dat deze proef de mogelijkheid heeft bewezen om in
ruim een maand, in een beperkt gebied, uit ongeveer 1000 adspi-
ranten een compagnie te vormen, (in 1926 meldden zich in Gom-
bong totaal 560 Javanen voor dienstneming), heeft er toe geleid
dit werfsysteenr over te nemen bij de lie divisie, met uitzondering
hiervan dat wervingsofficier en onderofficieren niet zelf de recruten
krijgen op te leiden.
Deze werving opent uitzichten op een aanzienlijke verbetering
van het gehalte en daardoor van de opleiding. Het is daarom dat
wij het verband tusschen gehalte en opleiding in dit artikel niet
behandelen.
Iets anders is, dat dit resultaat reeds vier jaar geleden, zoo
niet eerder had behaald kunnen worden, en wij veroorlooven ons
deze uitweiding om te belichten, dat het soms zijn nut kan hebben
naar de stem van een compagniescommandant te luisteren. Niet
om persoonlijke overwegingen, doch in het belang van ons leger.
Over opleiding, oefening, komen weinig meeningen tot uiting,
vide de klacht in het Wetenschappelijk Jaarbericht 1926 bl. 211,
nog minder meeningen worden gevraagd, en toch, wij zouden dit
artikel ongeschreven laten, indien er naar onze meening geen be
hoefte aan was.
Bij het debat over de hiervoor reeds genoemde voordracht van
luitenant-kolonel P. Donk, een voordracht die de opleidingsvraag
stukken van het Nederlandsche leger behandelt, zegt de luitenant-
generaal b. d. Jhr. E. J. Wittert, dat hij over het deelnemen aan
de instructie van het jonge verlofskader bij zijn divisie rapporten
ontving van 24 kapiteins compagniescommandanten en van 15
hoofdofficieren en dat hij veelvuldig gedachtewisseling hield met
tal van hoogere en lagere instructeurs.
Aan die, op de voordracht volgende discussies, namen deel:
1 luitenant-generaal, 2 generaal-majoors, 3 kolonels, 4 luitenant
kolonels, 3 kapiteins, 1 reserve-kolonel, 1 reserve-majoor en 4
reserve-kapiteins, een uiting van belangstelling, waarop elk Indisch
officier, die zijn gedachten aan de openbaarheid prijs geeft, ja-
loersch mag zijn.
Revenons a nos moutons.
Wij hebben gezien, dat èn de eischen der recruteering, èn de
eischen van organisatie dringen naar een gebroken opleiding, bij
het depot-bataljon zoo elementair mogelijk gehouden.
Zou het niet mogelijk zijn die eischen te voegen naar de op
leiding, door deze te brengen op het plan waarop zij behoort te
staan?
653