afgeleverd, die reeds na 6 tot 8 maanden opleiding te mobiliseeren
zouden zijn.
Het organisatorisch bezwaar tegen uitbreiding van het aantal
depot-bataljons van nu, dat zijn grond vindt in de duurte van de,
voor den oorlog niet dienstige inrichtingen van lager militair onder
wijs, vervalt dan.
Want steeds zullen drie van de zes bataljons onmiddellijk bruik
baar zijn in geval van noodzaak, en zoo al eenig wantrouwen tegen
de uit jonge soldaten bestaande eenheden overblijft, voor indivi-
dueele aanvulling van oudere troepen zijn de recruten stellig bruik
baar.
Wij zouden voor die zes bataljons de volgende toestand krijgen.
Bij een formatie van 3 compagnieën per bataljon, zou, bij een
maandelijksche vorming van 1 compagnie, in 18 maanden de zes
bataljons gevormd zijn.
Bij een opleidingstijd van 16 maanden is dan voor elke com
pagnie een tijdvak van 2 maanden beschikbaar voor hare vorming
en voor verloven en instructie kader. Ook de mutaties zouden in
die twee maanden moeten plaats hebben. Bij doorgewerkt systeem
is de samenstelling der bataljons als volgt:
le bat. 2 compagnieën in vorming. 1 cie. in de le opl. maand.
2e bat. 3 cien. resp. in de 2e, 3e, en 4e maand.
3e bat. 3 cien. resp. in de 5e, 6e en 7e maand.
4e bat. 3 cien. resp. in de 8e, 9e en 10e maand.
5e bat. 3 cien. resp. in de 11e, 12e en 13e maand.
6e bat. 3 cien. resp. in de 14e, 15e en 16e maand.
Bij geringe aanpassing van het opleidingstableau is voorts te
verkrijgen dat de drie verst gevorderde bataljons bij hun opleiding
niet worden begrensd tot het compagniesverband, doch dat ook in
bataljonsverband kan worden geoefend. Een dergelijke organisatie
is soepel genoeg om zich aan te passen aan andere dan de hier
gegeven getallen, indien bijv. de recruteering dit eischt.
Bijna alle hiervoor uiteengezette nadeelen van het tegenwoordige
opleidingssysteem vervallen.
En toch wordt van de recruteering slechts een kleine concessie
gevraagd, nl. een doelmatige verspreiding der geworven recruten,
hetgeen vooral met de nieuwe werfmethoden uitvoerbaar moet
worden geacht, terwijl ten aanzien van de organisatie een toestand
wordt bereikt, die eenigermate overeenkomt met die vóór de op
heffing van het 3e depot-bataljon en van 3 velcfbataljons. (6e, 17e
en 18e).
3e oplossing.
Bij de hiervoor gegeven oplossing is de opleiding nog afhan
kelijk geacht van de druppelsgewijze recruteering, zij het ook dat
de opleiding in klasseverband is losgelaten.
Moge door de toepassing van verbeterde recruteeringsmethoden
ten aanzien van het maandelijksch en jaarlijksch aantal adspirant-
659