door een leerrijke wervingstaak, terwijl de rest aan kaderinstructie
wordt besteed.
Üe kosten der werving zijn geringer dan bij eenig ander systeem.
In Karanganjar is na aftrek van alle kosten (toelagen meerdaagsche
oefening inbegrepen) ruim 1100 gl. aanbrenggelden bespaard. Bij
de centrale werving door een vaste commissie drukken de kosten
daarvan op de werving, aangezien officieren en kader niet voor
andere diensten beschikbaar zijn.
Verschillende voordeelen zijn aan deze oplossing verbonden:
a. Het in de tweede oplossing vermelde voordeel, nl. dat drie
van de zes bataljons steeds te mobiliseeren zijn, treedt hier
nog sterker naar voren. Na een verloop van twee maanden
voor de vorming, en van zes maanden voor de opleiding,
wordt over een te mobiliseeren bataljon beschikt, zoodat bij
jaarlijksche vorming van drie bataljons en een opleidingstij cl
van twee jaar, gedurende de eerste acht maanden van het
jaar drie, en gedurende de laatste vier maanden, alle zes
bataljons, indien noodig, als gevechtseenheden aan het
veldleger kunnen worden toegevoegd.
Hier is tegenover den vroegeren toestand van drie depot-
bataljons (nimmer als gevechtseenheid te gebruiken) en de
drie opgeheven veldbataljons, een bepaalde winst verkregen.
b. Door het groot aantal personen, dat jaarlijks gelijktijdig aan
de werving medewerkt, nl. de volledige encadreering van drie
bataljons, is een zoodanige arbeidsverdeeling mogelijk, dat
in korten tijd een inzicht wordt verkregen in de wervings
mogelijkheden over een uitgestrekt gebied.
Dit inzicht is van groot belang, omdat de grenzen der selec
tie erdoor worden bepaald. Selectie is een betrekkelijk begrip,
schreven wij. Zij wordt bepaald door vraag en aanbod, en
een wervingscommissie, die om meerdere redenen genood
zaakt is haar aandacht op de kleinere administratieve een
heden te concentreeren, krijgt slechts na verloop van langen
tijd een kijk op de factor „aanbod" voor geheel Java, een
factor die bovendien zal blijken niet constant te zijn.
c. Het wordt mogelijk homogene eenheden te vormen, afkomstig
uit eenzelfde landstreek. Hoewel in gemengde eenheden riva
liteit stimuleerend kan werken, wordt algemeen solidariteit als
een voor den oorlog, of juister voor het gevecht, gunstige
factor aangemerkt.
Bovendien wordt het mogelijk een beter inzicht te krijgen
in de militaire waarde van soldaten uit verschillende streken.
Die eigenschappen treden dan veel sterker vergroot voor den
dag, dan nu bij de verspreide individuen mogelijk is.
Kust- of bergbewoners, meer of minder welvarende streken,
Banjoemas, Vorstenlanden of Besoeki, er is alle aanleiding om
verschil in militaire waarde te verwachten.
662