Toelichtingen.
5 Januari '26 waren de laatste drie klassen van een voorgaande
opleiding „afgericht". 8 Januari was de compagnie dus leeg,
en afgezien van verloven, waren 1 kapitein, 2 luitenants en bijna
30 man kader beschikbaar. Een gedeelte was, door het vertrek
van de voorafgaande klassen reeds eerder beschikbaar.
De beschikbare tijd werd gevuld met kaderoefeningen. Langza
merhand kregen kader en officieren hun gewone taak.
Tegen het eind van het jaar herhaalde zich dit. In bijlage B
is het vertrek van de in 8 klassen opgeleide recruten aange
geven. De aanvulling liet zich weer wachten en 13 December
waren pas 15 man voor een nieuwe opleiding aangekomen, die,
toen de machtiging tot het werven van een compagnie met be
hulp van eigen kader op 24 December afkwam, naar een andere
compagnie werden overgegeven.
In één jaar tijd zijn dus 8 klassen met een voorgeschreven
opleiding van 7'/2 a 8 maanden afgeleverd. Ongerekend ver
lenging van opleiding, die meerendeels een gevolg is van het
opleidingssysteem zooals dit door de recruteering wordt beïn
vloed, zijn dus bijna vier maanden verloren gegaan. Tegenover
deze tijdsverspilling, als gevolg van een niet beheerschte drup
pelsgewijze werving, steekt het woekeren met den tijd bij de
opleiding sterk af.
Ook al zou dit voorbeeld van de vorming eener compagnie
een uitzondering zijn, hetgeen wij niet weten, het feit dat dit
mogelijk is, maakt deze staat tot een buitengewoon krachtig
requisitoir tegen de druppelsgewijze werving.
667