2. OVER RECRUTEERING, OPLEIDING EN ORGANISATIE.
door
E. G. DÖBKEN.
A. Inleiding.
Recruteering, opleiding en organisatie zijn elementen van leger
vorming, die, op vele punten in elkaar grijpend, onderling afhan
kelijke problemen vormen, waarvan de oplossing zich naar zoovele
omstandigheden heeft te regelen, dat deze voor geen twee legers
gelijk is.
Wij zullen hieronder in het bijzonder nagaan hoe zich voor
de infanterie van ons leger het vraagstuk der opleiding, in zijn
afhankelijkheid van recruteering en organisatie, stelt, hoe gekunsteld
en gewrongen een oplossing moet worden geacht, die in vroeger
jaren onder zoo heel andere omstandigheden mag hebben voldaan
en hoe een andere oplossing is te verkrijgen die zich aanpast aan
nieuwe eischen en nieuwe mogelijkheden.
Alvorens hiertoe over te gaan, zullen we vluchtig het verband
aangeven, dat elders tusschen de hiervoor genoemde elementen
bestaat.
Militielegers.
Aangezien het vredeswerk der militielegers neerkomt op voor
bereiding voor den oorlog, dat is opleiding, zal in het algemeen
de legerleiding de eischen der opleiding op den voorgrond plaatsen.
Zoo luidt dan ook art. 3 pt. 3 van de wet Painlevé (1926) op
de algemeene organisatie van het leger in Frankrijk: „de militaire
organisatie van het land verzekert de militaire opvoeding van de
staatsburgers".
Naar aanleiding van een in het begin van dit jaar voor de
Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap gehouden
voordracht van luitenant-kolonel P. Donk over „Verbetering van
de landmacht door overgang tot een ander stelsel van legervorming
met een kleinere kern van beroepskader" zegt de generaal-majoor
van Dam van Isselt: „Tot de allerbelangrijkste legervraagstukken
behoort zeker dat, hoe wij de opleiding van onze krijgsmacht op
«en redelijk peil houden".
„Nu het leger een groot oefeninstituut is geworden, is er meer
dan ooit en voor alles behoefte aan een regelend orgaan voor de
640
