2. neemt men met een ruk het masker met de rechterhand uit de linkerafdeeling van den maskerzak 3. grijpt men de elastieken banden ter weerszijden van de plaats, waar zij op den middelsten band zijn bevestigd, met duim en wijsvinger van iedere hand vast, steekt onder' het inhouden van den adem de kin in het masker en trekt de banden zoover over het achterhoofd als mogelijk is, d. w z. tot de middelste band strak zit; 4. neemt men het metalen kniestuk, dat zich buiten het masker bevindt, in de rechterhand, steekt het gummimondstuk, in den mond, zoodat het gummikussen zich tusschen tanden en lippen bevindt en houdt de beide gumminokken met de tanden vast. Daarna begint men door de buis in en uit te ademen 5. opent men neusklem door de ronde draadveer boven het mondstuk samen te drukken, schuift de kussens diep over de neusvleugels, laat de veer los en controleert of de neus gaten gesloten zijn 6. verbetert men den stand van het masker door het zoo noodig verder onder de kin te trekken en zoo glad mogelijk over het gelaat te doen aansluiten 7. spreekt men niet, dan wanneer dit beslist noodig is. In dit geval haalt men eerst diep adem, grijpt het metalen kniestuk vast en trekt het mondstuk voorzichtig uit den mond, waar bij de neusklem niet verschoven mag worden de ingeademde lucht wordt voor het spreken verbruikt; alvorens opnieuw adem te halen, brengt men het mondstuk in den mond. Na het gebruik worden het mondstuk, de oogranden en ook het binnenoppervlak van het masker gereinigd met behulp van een doek, die in den maskerzak aanwezig moet zijn. Alvorens het masker op te bergen wordt het zoo mogelijk aan de lucht gedroogd en worden de oogglazen met de zeep-zalf ingesmeerd. Het afzetten van het gasmasker geschiedt in normale omstan digheden door de kin omlaag te brengen, het maskerdoek met beide duimen onder de kin aan te vatten en het masker naar boven af te schuiven. Hierbij laat men het mondstuk met de tanden los, de neusklem schuift door de beweging van het mas ker van den neus af. Wil men echter het masker afzetten in een atmospheer, waar van men niet zeker weet of zij nog giftgas bevat, dan dient groote voorzichtigheid in acht genomen te worden. Wanneer geen gas zichtbaar is, worden speen en neusklem vrijgemaakt, de mond wordt gesloten, het maskerdoek aan één zijde van het gelaat opgelicht en voorzichtig snuffelend geroken. Indien aldus nog de aanwezigheid van gas ontdekt wordt in hoe geringe sporen ook, wordt het masker onmiddellijk weer op de juiste wijze aangebracht. 673

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 35