Om bij duisternis gas te kunnen waarnemen, wordt wei ge
bruik gemaakt van zaklantarens.
Aan het vaststellen van de aanwezigheid van giftgassen door
den reuk is natuurlijk steeds gevaar verbonden. Men heeft
daarom wel technische hulpmiddelen (reageerpapier e d.) te
baat genomen. Toch is de reuk in het algemeen het beste en
scherpste middel om gas te ontdekken. De aanwezigheid van
reukelooze gassen (Koolmonoxyde) en van gassen, die na korten
tijd te zijn ingeademd het reukorgaan immuun maken voor de
waarneming (mosterdgas), is natuurlijk op deze wijze niet vast te
stellen. De chemische hulpmiddelen, die men daartoe heeft voor
gesteld, zijn evenwel weinig doelmatig gebleken.
Er bestaat een groot verschil in gevoeligheid voor gassen van
het reukorgaan bij verschillende individuen. Over het algemeen
zijn niet-rookers en geheel-onthouders het gevoeligst. In verschillen
de legers werden de gevoeligste individuen geoefend in het her
kennen van gassen door den reuk en het naar schatting vaststellen
van de concentratie van het vergift. Aldus werd het mogelijk op
de vlugste en meest doelmatige wijze de aanwezigheid van strijd
gas te signaleeren. Daartegenover werd van de zijde des tegen
standers door menging van verschillende gassen getracht het reuk
orgaan op een dwaalspoor te brengen.
De ontwikkeling van het gaswapen bracht mee, dat het gas
masker langzamerhand een persoonlijk uitrustingsstuk werd, dat
voor den man een even groote waarde kreeg als bijv. het geweer.
Het onderhoud van het masker eischte dan ook evenveel aandacht,
als dat van het schietwapen.
Het masker moet tegen vocht en vuil beschut worden, de inhoud
van de vullingsbus behoort droog gehouden te worden. Na ge
bruik reinigt men het maskerdoek met den daarvoor bestemden
doek door afbetten. Het zich in de speen en het uitademingsven
tiel bevindende speeksel wordt voorzichtig met den doek verwij
derd, voorzoover dit zonder beschadiging mogelijk is. Daarna laat
men het masker snel in den wind in geen geval in de zon
drogen om de laatste sporen van vocht, dat zich aan de binnen
zijde van het masker, op de speen en de metaaldeelen bevindt,
te verwijderen.
Het doorblazen van het uitademingsventiel om het daarin
opgehoopte speeksel te verwijderen, verdient aanbeveling. Men
houde er evenwel rekening mede, dat de ventielen steeds de
zwakke punten van het gasmasker zijn, die alle zorg en aandacht
vereischen.
Op elk der oogglazen wordt na het gebruikmaken van het
masker een korrel brillenzalf ter grootte van een erwt gebracht.
De zeep-zalf wordt daarna met een doekje, waarin de tube
gewikkeld is, bestreken en uitgewreven, opdat het masker steeds
weer voor het gebruik gereed is.
674