maskerzak voorkomende kaartje in te vullen de tijdperken, gedu
rende welke het apparaat daadwerkelijk is gebruikt. Of hieraan
in de praktijk de hand zal worden gehouden is een vraag, die
wij niet vermogen te beantwoorden.
Het kan dus voorkomen, dat tijdens een gasaanval het masker
gas blijkt door te laten tengevolge van het onwerkzaam worden
van den businhoud. In dit geval moet de bus verwisseld worden.
In den stellingoorlog zal dit verwisselen niet veel bezwaren
meebrengen, de chemische dienst zal voor het aanvoeren van
voldoend reserve-materiaal kunnen zorgen en aan ieder onderdeel
een zeker percentage hebben te verstrekken.
In den bewegingsoorlog echter zal het moeilijker zijn. Het
zal aanbeveling verdienen in deze omstandigheden per brigade
infanterie en overeenkomstig onderdeel van andere wapens eenige
reservebussen te doen medevoeren door de minst zwaar belaste
manschappen. Deze bussen moeten zijn afgesloten met gemak
kelijk te verwijderen reepjes kleefpleister en voorzien zijn van
een inrichting (bajonetsluitingl, waardoor een snelle verwisseling
van vullingsbus kan plaats vinden.
Algemeen rekent men in den bewegingsoorlog op minder hooge
gasconcentraties dan in den stellingoorlog, zoodat in het eerste
geval minder beslag gelegd zal worden op de capaciteit van het
absorbeerend vermogen en de vullingsbus in den bewegingsoorlog
een langeren levensduur zal hebben. Het is o.i. onjuist om hierop
te veel te rekenen. Meer en meer heeft men het gasafblazen en
het gaswerpen ook leeren toepassen in den bewegingsoorlog, door
z.g.n. éénmanscylinders, draagbare bommenwerpers, giftige rook-
kaarsen enz. in te voeren. Het is dus veiliger te rekenen op hooge
gasconcentraties, ook in den bewegingsoorlog, door het doen me-
denemen van gemakkelijk verwisselbare reservebussen.
ad b. Wanneer in de vullingsbus van het gasmasker E. een
lek is ontstaan, houdt men dit dicht met de hand of bindt er bijv.
met een ranselriem, een schoenveter a.a. een zakdoek, beenwindsel,
een stuk van de onderkleeren of iets dergelijks op vast. Het af-
sluitmiddel wordt daarna met water bevochtigd.
Is de rubberslang afgeschoten en niet meer, bijv. met behulp
van kleefpleister (op den achterkant van het contröle-kaartje), te
herstellen, dan neme men dat gedeelte van de gebroken rubber
slang in den mond, waaraan de bus vastzit, knijpt oogen en neus
dicht (is de neusklem nog aanwezig, dan gebruikt men deze) en
tracht het inademingsventiel uit den onderkant van de bus te verwij
deren. Lukt dit, dan kunnen in- en uitademingslucht door den
businhoud passeeren.
Wanneer het maskerdoek gescheurd of doorboord is, moet het
op de plaats, waar het defect voorkomt, met de hand stijf tegen
het gelaat worden gedrukt. Kleine scheurtjes in het doek worden
aan beide zijden dichtgeplakt met pleister. Dit laatste is natuur-
677