van die stof in de lucht (aerosol oplossing in de lucht) ont
staat.
Bestaat een waar gas in de physische beteekenis uitsluitend
uit deeltjes ter grootte van een molecuul (doorsnede 1 millioenste
tot 1 tienmillioenste millimeter), de colloidale toestand eischt een
verdeeling tot 10D a 10 millioenste millimeter (ultramicronen). In
verband met de oneindig groote oppervlakte dezer ultramicronen
in verhouding tot hun volume 600 000 4), hebben zij een
zeer geringe neiging tot neerslaan en blijven zij langen tijd zweven.
Zooals gezegd bleek, dat, waar waie gassen door de adsorbee-
rende werking van de actieve kool in de vullingsbus van het mo
derne gasmasker werden vastgelegd, dit met de neveldeeltjes i iet
het geval was. De nevel passeerde nagenoeg ongehinderd de an
tistoffen van het gasmasker, ook van den Small box respirator.
Giftige, nevelvormige strijdgassen bleken in staat door het gas
masker heen te dringen. Niesgassen in den ultramicronen-vorm
noopten den maskerdrager zijn masker af te rukken en zich aan
de inwerking van het gas dikwijls vermengd met stikgassen e d.
bloot te stellen.
Er moest dus met grooten spoed een middel gevonden worden
om den man tegen de inwerking der giftige nevels te beschermen.
Eind Maart 1917 had men een middel hoewel niet geheel
afdoend gevonden. Op de plaats waar het inademingsventiel in
de vullingsbus was aangebracht, werd de „extension Small box"
bevestigd. Deze bestond uit een kleine bus, in den bodem voor
zien van een „non return valve" en gevuld met een nevelfilter,
bestaande uit eenige lagen „cellulose wadding" (een bepaald soort
watten). De rest van de vulling bestond uit calciumpermanganaat-
korrels, bedoeld als beschermingsmiddel tegen cyaanwaterstofgas,
waarvan men toentertijd gevaar duchtte. Aan de bovenzijde van
de extension Small box bevond zich een conisch toeloopende
buis, die paste in de cirkelvormige opening, na verwijdering van
het inademingsventiel ontstaan in den bodem der vullingsbus van
den Small box respirator.
Dit masker, waarvan het antistoffen-reservoir dus uit twee bussen
bestond en dat tusschen April en Juli 1917 aan drie Engelsche
legerkotpsen werd verstrekt, bewees zijn deugdelijkheid bij het
eerste bombardement met blauwkruis door de Duitschers op 10
Juli. Het filter hield het nevelvormige diphenylarsinchloride [(C6
H5)2 AsClj voldoende tegen, terwijl ook het geelkruisgas [mos
terdgas, dichloordiaethylsulfide [(C2 H4 Cl)2S] er niet noemens
waard doorheen drong. Toch heeft het filter slechts een zeer
geringe capaciteit, betreffende het beschermend vermogen tegen
nevelvormige vergiften; al na korten gebruikstijd bleek de cel
lulose-wadding uitgewerkt.
De extension Small box maakte dan ook spoedig plaats voor
een nieuwere vinding, de „N. C. container". De bus van den Small
box respirator behield dezelfde vorm en grootte en werd voorzien
684