Hoofdstuk IV p. 214. Een stuk zal bijna altijd voldoende vermogen bezitten, om het gedeelte dat is aangewezen voldoende te bevuren. Aan één batterij kan opgedragen worden de vijand. Infanterie over een breedte van 3 600 M te bevuren Hoofdstuk IV p. 219. In het offensief moet men aan de batterij een strook geven in overeenstemming met het max. vermogen van de batterij. Op deze wijze kan men zoo veel mogelijk batterijen in reserve houden om aan onverwachte gebeurtenissen weerstand te kunnen bieden. Op iedere blz. kan men als het ware de wensch lezen, om zoo min mogelijk batterijen in te zetten. Wat een verschil met het Duitsche reglement. Het is volgens den generaal Herr: a. De taktiek van het enkel stuk, de taktiek die aangeeft, dat op een front van 200 M één batterij alles kan geven wat de in fanterie kan wenschen. b. Het ivös de taktiek die eenvoudig liet berekenen het aantal batterijen, benoodigd voor een onderdeel. Het was volgens cmdt. Z. een theorie, verleidelijk door de groote eenvoud, die misschien in omstandigheden wel eens voldoende resultaten zou kunnen opleveren, maar waarvan de wereldoorlog al spoedig de ondeugdelijkheid bewees, om als algemeen princi pe te worden aanvaard. Toch waren er vóór 1914 in Frankrijk al menschen, die in verzet kwamen tegen de tyrannie van de formule: „Op x °/00 frontgedeelte zooveel batterijen." Cmdt. Z. geeft in zijn artikel aan, dat op cursussen, enz., een zeer bekend artillerist bij der gelijke gelegenheden altijd placht te zeggen: „Twee Turken zijn sterker dan één Turk; twee batterijen doen meer dan één batterij". Toch was op één plaats in het reglement aangegeven, dat con centratie van vuur mogelijk was. In hoofdstuk V p. 11 lezen we o a. „Dans les situations critiques, on pourrait mêine réaliser la concentration de feux brutale et d'ailleurs instinctive, sur un ennemi particulièrement menagant m. aw. Men zóu kunnen con- centreeren op een vijand, die zeer dreigend was Doch men zag blijkbaar over het hoofd, dat het vaak te laat zal kunnen zijn als de vijand „particulièrement menagant" is geworden. In ieder geval lijkt het ons beter om door concentraties te beletten dat de vijand ook maar kans krijgt om zeer dreigend te worden, meer in den geest van het Duitsche reglement. Met deze opvattingen gingen beide rijken den oorlog in. II. De ervaringen van de artillerie tijdens den oorlog. Wat waren nu de ervaringen tijdens den oorlog? Wij zullen ons voorloopig houden aan Fransche zijde, omdat wij hopen 695

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 57