720 ook zijwaarts dekte eti hem in rust zelfs tegen wind beschermde. Overigens bevat dit nummer verschillende opstellen over vechtwagens. Uit één hiervan' Eitie Ansicht iiber Kamp/wagen, ihre Verwendung und Organisation" moge worden aangehaald „Dz taak van de lichte vechtwagen, in samenwerking met de infanterie en van de zware vechtwagen in verbinding met de eerstgenoemde bij den strijd om bevestigde stellingen, is vooral het bestrijden van verwijderd liggende mitraiUeurnesten en steunpunten. No. 48. Allereerst trekt de aandacht eene beschouwing, getiteld Das Infanterie Regiment der Zukunft". Schr. gaat uit van het vóóroorlogregiment, t.w. 12 in- fanterie-compagniën en een mitrailleur-compagnie; hij wijst erop hoe tijdens den oorlog de oude beproefde infanterie organisatie verbroken werd en per bataljon een compagnie geweerdragenden vervangen werd door een mitrailleur-., compagnie, waardoor het regiment van 9 compagnieën en 3 mitrailleur-com pagnieën ontstond. Doch hierbij bleef het nietgrootere versterking van het vurende element bleek noodig, zoodat de na-oorlogstijd getuige werd van een regiment, bestaande uit 3 bataljons van 3 compagnieën en 1 mitrailleur-compagnie, 1 compagnie lichte mijnenwerpers, 1 infanterie batterij, 1 verbindingscompagnie en 1 infanterie pioniercompagnie (de laatste eenheden, hoewel geen vuurkracht, volledigheidshalve vermeld.) De schr. stelt zich dan voor de beantwoording van de vraag, of hiermede der oorlogservaringen volledig recht is weder Varen en beantwoordt deze vraag ontkennend. De oorlogservaring vindt haar toppunt daarin, dat door de vervolmaking en de vermeerdering van het aantal der automatische wapen het afwerend vermogen van de infanterie tot een nimmer te voren mogelijk geachte hoogte is opgevoerd. Het is toch een feit, dat practisch iedere aanval ten laatste tot staan kwam dit schipbreuklijden der beweging vond nimmer zijn oorzaak in het uitgeput zijn van de stootkracht, doch in het telkens opnieuw opduiken van weerstandskernen en mitrailleur nesten, die voor de infanterie met de ten laatste beschikbare middelen niet waren te overwinnen Een andere tactische leering uit den oorlog te trekken, is, dat het thans niet meer mogelijk is om door inzetten van meer stootkracht, meer menschen dus, een aanval te doen slagen, dit staat slechts gelijk met onnoodige vermeerdering van de verliezen. De zware wapens der infanterie zijn in aantal en vermogen ontoereikend om voldoende vuurkracht te ver zekeren. Daarbij komt, dat de mitrailleur-compagnie tal van nevenverplichtin gen heeft, als luchtafweer, flankbeveiliging, afstaan van mitrailleurs aan de infanterie-compagnieën, terwijl andere taken boven haar krachten gaan. (mitrailleurnesten, weerstandskernen, strijdwagens op korten afstand. Wat de infanterie-batterij betreft is één batterij d.i. 2 vuurmonden per bataljon, die krombaanvuur moeten afgeven op weerstandskernen en vlakbaanvuur op inf. kanonnen en strijdwagens, ontoereikend. Schr. acht een naar verhouding grootere vuurkracht onafwijsbaar, doch vermeerdering van het aantal zware wapens minder gewenscht (zelfs ontoelaatbaar). Hij wenschtontheffing van de mitrailleurs van luchtafweer en tankbestrijding, ontlasten van de mitrailleur compagnie van de toebedeeling van mitrailleurs aan de gewone compagnieën, opdat de mitr. cie. geheel en onder den eigen commandant de vereischte vuurbescherming zal kunnen verleenen. Het regiment zou dan te organi- seeren zijn als volgtper sectie infanterie, behalve de 1. nis., één mitrailleur, per compagnie een eigen (4de) sectie mitrailleurs, en bij het regiment een mitrailleur-compagnie, een luchtafweerbatterij ikanonnen en c.q. mitrailleurs), een infanterie (krombaan) batterij, een tankafweer (vlakbaan batterij en daarbij een vermindering van het aantal infanterie compagnieën (schr. schat tot 4 a 5), want zegt hij, de gedachte om den met geweer bewapenden man te benut ten tot versterking van den vuurstrijd is absurd. De kostbare stootgroepen moet men sparen tot hun uur, dat van den stormaanval en het handgemeen, slaat en bij een zoodanig gebruik kan men met aanzienlijk minder geweer dragenden volstaan Voorts bij het regiment een verbindings en een infanterie- pionier compagnie. In een korte bijdrage „Krieg in der drittcn Dimensionwordt melding ge maakt van een artikel, verschenen in the north american review, van welk artikel wordt gemeld met een schouderophalen over „old poor Clausewitz"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 84