„Quels que soient les matériels et les machines, dont nous
pourrons doter notre armée, nous devons en toute première
ligne placer l'éducation morale de nos troupes".
(Aanhaling van generaal Jhr. Wittert in een vergadering
van de Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap)"
Hoewel voorgeschreven staat (G. O. I. pt. 14) dat een klasse
recruten bij overgang naar het veldbataljon zooveel mogelijk
bij eenzelfde compagnie wordt ingedeeld, is dit slechts bij
uitzondering mogelijk, terwijl nimmer de klas bij elkaar kan
blijven.
De klassen zijn meestal gemengd, wat met de compagnieën
der veldbataljons niet het geval is.
Voorts bestaan de klassen uit gelijkgewapenden en zijn
meest sterker dan 20 man, zoodat zij niet passen in de for
matie van de brigades der veldbataljons. Splitsing, is dus
regel.
In bijlage B is opgenomen de verspreiding van de acht
recrutenklassen van bijlage A over de veldbataljons.
Het sterkteverschil van 16 man wordt onder 7 verklaard.
Het is toeval indien de individueel opgeleide recruut op het
gunstig tijdstip van brigadeopleiding (November) bij het
veldbataljon in goede handen valt.
Elke andere maand sluit methode in verdere opleiding uit.
Toch zal hij mee moeten en met zijn ambitie en een dun laagje
vakkennis, is er nog kans dat hij een dragelijk figuur maakt.
Men weet bij het veldbataljon vaak niet, wat de recruut niet
weet. Het onderscheid tusschen de werkelijke geoefendheid
en den globalen indruk tijdens een gevechtsoefening kan in
het nadeel van den recruut zeer groot zijn.
Van opleidingsstandpunt bezien, is er geen enkele reden
om systeem en methode los te laten, zoodra de groep, brigade,
sectie of compagnie aan de beurt is.
Geen brigade, zelfs niet onder den besten commandant, zal
zijn werk kunnen doen, als niet elk individu een groote mate
van inzicht heeft in hetgeen de samenwerking in de brigade
vraagt. Ook zonder naar literatuur te verwijzen, blijkt uit
het Gevechtsvoorschrift der Infanterie voor ieder, die anders
dan mechanisch leest, dat de taak van den brigadecomman
dant een onuitvoerbare is, zoo hij niet beschikt over menschen
die begrijpen wat er van hen verlangd wordt. En hoe indien
we daarbij nog aan het sneuvelen van kader denken.
Dat noodzakelijke inzicht in wat het gevecht van het in
dividu eischt geeft het depot-bataljon met zijn individueele,
wij zouden liever zeggen allerelementairste, 'opleiding niet.
De moeilijkheden beginnen pas bij het veldbataljon en de
rol van het depot-bataljon bepaalt zich tot ontbolstering van
het ruwe product.
647