1. HET TRACTORVRAAGSTUK BIJ DE ARTILLERIE.
door
J. M. H. TIMMERMANS.
Ie Luit. Genie.
Inleiding.
Snelheid is op het gevechtsveld altijd een belangrijke, meestal
zelfs beslissende, factor geweest; geen wonder dus, dat de mo
derne techniek, die de verplaatsingssnelheid van mensch en
materiaal steeds opvoert, zooveel mogelijk in de legers toegepast
wordt.
Om snelle troepenconcentratie op een gedeelte van het ge
vechtsterrein te kunnen bewerkstelligen, vervoerde men in den
grooten oorlog de infanterieafdeelingen dikwijls met automobielen.
Deze snel verplaatsbare infanterie moest echter ondersteund
worden door een eveneens snel verplaatsbare artillerie. Paarden-
tractie was hiervoor echter meestal (vooral over grootere
afstanden) niet snel genoeg en men loste het vraagstuk oor
spronkelijk op, door ook het geschut op auto's te plaatsen.
Deze „artillerie portée" had echter verschillende bezwaren.
Ten eerste was het systeem nogal omslachtig en koste het op
en afladen veel tijd, ten tweede waren de gewone vrachtauto's
niet in staat om de kanonnen en de munitie door alle terreinen
te vervoeren, zoodat men niet op iedere gewilde plaats in stelling
kon komen.
Om het laatste bezwaar te overwinnen werden de gewone
vrachtwagens wel eens vervangen door z. g. rupsbandauto's, die
in staat zijn dwars door het terrein te rijden, doch ook hieraan
kleefde nog een groot bezwaar, namelijk dat, indien het voort
bewegingsmechanisme onklaar wordt, ook het kanon buiten wer
king gesteld is.
Een en ander leidde er al spoedig toe, dat men er toe over
ging de vuurmonden te trekken. Dit heeft o.a. het groote voor
deel, dat men daardoor het voortbewegende deel gescheiden
houdt van het vurende deel, zoodat wanneer het eerste onklaar
wordt de vuurmond door een ander voertuig verder getrokken
kan worden. Ook omgekeerd kan bij het in ongereede raken van
den „aanhanger" de „trekker" nog gebruikt worden voor andere
doeleinden.
723
Met 2 foto's en 5 schetsen.