Het Martin-masker was ook bij het Belgische leger in gebruik. Het werd gedragen of in de bus öf in de tasch, welke dan weer in de bus geborgen werd. Dikwijls werden alleen de tasschen gebruikt, omdat de bussen te veel rammelden in het gebruik. De tasch werd op de borst van den man aan een knoop van zijn uniformjas bevestigd of hing aan den band om zijn hals. Het masker Mo gaf een zeer voldoende bescherming tegen ware gassen, zoolang de antistoffen nog werkzaam waren, het deed nog steeds als reserve dienst, toen het A. R. S. type was inge voerd. Het Appareil Respiratoire Special, ook wel Lebeau genoemd, toont op het eerste gezicht weinig verschilpunten met het Duitsche (varkenssnuit) Heeresmaske. Het is evenals het laatstgenoemde voorzien van een vullingsbus, die direct op het masker vóór den mond aansluit en vertoont dus een principieel verschil met het Mo masker. Toch bestaan er belangrijke verschilpunten tusschen het A. R. S. en het Heeres masker. Het Fransche zal opgevat mogen worden als een namaak van het Duitsche, waarin enkele verbeteringen zijn aangebracht. Zoo wordt evenals bij het Duitsche masker de vul lingsbus geschroefd in den mondring, die in het maskerdoek is gevat. Deze ring evenwel is, in tegenstelling met dien van het Duitsche masker, voorzien van een uitademingsventiel. Deze in richting heeft ten doel de in- en uitademingswegen van elkaar te scheiden en te voorkomen, dat de uitgeademde lucht weer door de vullingsbus strijkt en een deel der antistoffen onwerkzaam maakt. De lucht, die door het mica-inademingsventiel in de bus dringt, wordt niet direct naar den mond geleid, doch komt door twee buizen even onder de oogen uit, strijkt over de oogglazen en wordt daarna ingeademd. Hiermede wordt beoogd het beslaan der oogglazen te voorkomen. Ook zien we enkele afwijkingen van het Duitsche masker in het aantal bevestigingsbanden, in de aanhechting daarvan aan het maskerdoek en in de wijze, waarop de oogglazen zijn gevat. Ten slotte is de busvulling verschillend. Er komen drie lagen in voor: de buitenste of onderste laag bestaat uit zinkoxyde, soda, houtskool, glycerine, water; de middelste uit adsorptiekool van bijzondere samenstelling en de binnenste of bovenste uit gaas en watten, gedrenkt in urotropineoplossing. In 1918 werd er nog permanganaat aan toegevoegd om een betere bescherming tegen phosgeen te bereiken. Zoowel het M2 als het A. R. S. masker werd in drie tailles verstrekt: grande taille (G. T.) 66 a 67 en 60 62 cM. taille ordinaire (T. O.) 63 a 65 en 57 59 cM. en petite taille (P. T.) 61 a 62 en 55 56 cM. 752

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 30