In den groei der lucht-tactiek kunnen wij drie perioden onder scheiden, en wel: le. de periode van het zuiver individueele luchtgevecht. De namen van Boelcke, Richthofen, Bishop, Ball, Guynemer, zij zeggen ons genoeg. Goed piloot, vaardig schutter, kalm en met een scherpen blik voor eens anders fouten, waren zij als geboren voor het luchtduel. Hoewel behoorende tot staffel of escadrille, stegen zij op onvergezeld en ongeregeld, zich hierbij hoofdzakelijk leiden latende door de impulsen van hun karakter. Deze primitieve doch roemrijke periode duurde van begin 1915 tot einde 1916. 2e. Daarna begint de tweede periode, met de toepassing van het gevecht in kleinere formaties. Boelcke valt eind 1916 met zijn Jagdstaffel de Engelsche lichte bommenwerpers aan die, zich vaak ten getale van 40 a 50 over de Duitsche linies begaven. De éénling is nu bijna zeker verloren. Beroemde afdeelingen vormen zich nu, zooals het Geschwader Richthofen en de groupe des Cigognes. De zorg van den commandant om op het juiste tijdstip en op de goede plaats zijn geheele strijdkracht in te kunnen zetten, kon door het escadrillegevecht tot haar recht komen. Dit duurde tot eind 1917. 3e. Einde 1917 deed het gevecht in grootere verbanden, van 1 of meer eskaders, het eerst toegepast door Engelschen en Franschen, zijn intrêe. Het streven was hierbij naar het verwerven van plaatselijk meesterschap in de lucht, en slechts een overmach- tigen jachtvliegdienst was in staat dit meesterschap te bevechten. Toen het einde van den oorlog kwam, was de éénzits-jager de onbetwiste meester der lucht. Het Amerikaansche voorschrift zegt daarover het volgende: A. S. T. S. Pursuit. 16/2. Experience of the war indicated that a reasonable allotment of air force strength was as follows: 60% Pursuit, (jagers). 20% Bombardment. 20% Attack, dus wél de triomf van het jachtvliegtuig. Hoewel de oorlog ons een schat van gegevens heeft nagelaten over het gebruik der luchtstrijdmiddelen, toch hebben wij ons bij de bestudeering daarvan vrij te maken van den diepgaanden in vloed van 4 jaren stellingoorlog. Eerst daarna kunnen wij over gaan tot het vaststellen der aan de luchtmacht op te dragen taak. Welke oplossing heeft men tot nu toe bij het Indische leger voor deze kwestie gevonden? Gaan wij daartoe eerst na hoe men zich oorspronkelijk de samenstelling der Luchtvaartafdeeling hier gedacht heeft. In de aflevering der I. K. V. 1918 No. 60 van de hand van kapitein Engelbert van Bevervoorde treffen wij een ontwerp organisatie aan, omvattende: 778

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 56