4 veldvliegtuigafdeelingen a (2 jachtvliegtuigen
(6 verkenningsvliegtuigen.
2 jachtvliegtuig-afdeelingen a 8 vliegtuigen.
2 gevechtsvliegtuig-afdeelingen a 8 vliegtuigen,
een totale sterkte opleverende van 24 jachtvliegtuigen, 24 verken
ningsvliegtuigen en 16 gevechtsvliegtuigen.
Daarna krijgen we het in 1920 ingediende voorstel, warbij de
„Tijdelijke Vliegafdeeling" werd omgezet in een „Luchtvaartaf-
deeling" en volgens hetwelk de vliegdienst zou bestaan uit:
een staf
twee vliegtuiggroepen
een vliegschool en
een waarnemersschool.
De vliegtuiggroepen zouden bestaan uit 3 escadrilles van 6
vliegtuigen, en wel per (groep)
1 groep 1 ex. jagers.
2 ex. verkenners.
of
1 groep 1 ex. jagers.
1 ex. verkenners.
1 ex. artie waarnemingsvliegtuigen.
alzoo 12 jagers, 18 verkenners en 6 artie waarnemingsvliegtuigen.
Dit mag, hoewel geen perfecte, zeker een rationeele samenstel
ling heeten, waarover straks nader.
Daar de in 1922 ingetreden verslechtering in den financieelen
toestand van het Ned. Ind. Gouvernement aan het leger een zeer
groote versobering oplegde, kwam het militaire luchtvaartprogram
niet tot uitvoering en bleef de sterkte meerdere jaren tot 2 esca
drilles beperkt.
Echter werd tezelfdertijd de aanvankelijke verdeeling der vlieg-
tuigtypes voor de groep losgelaten, en we lezen daarover in het
Ned. W. J. 1923 het navolgende (van de hand v/d toenmaligen
Kpt. Koster):
„Bij de vervanging en aanvulling van het materieel, zal nu
echter meer de nadruk gelegd worden op de militaire eischen,
welke het gedachte gebruik der afdeeling stelt.
Het amphibie-type wordt voor het leger losgelaten en zeer
waarschijnlijk zullen ook geen jachtvliegtuigen meer worden aange
schaft, hetgeen in overeenstemming is met moderne inzichten
betreffende de organisatie van een kleine luchtvloot."
Voor zoover mij bekend is zijn dit tot nu toe bij de Luchtvaart-
afdeeling de inzichten gebleven, en zijn deze dus als leiding
gevend voor de samenstelling der formatie te beschouwen.
Van het op 6 escadrilles vastgestelde luchtvaartprogramma is
tot uitvoering gekomen de uitrusting van één groep, welke be
staat uit
779