tige factoren bij de bepaling der offensieve waarde van een jager, echter eerst in de tweede plaats. Want deze behooren evenzeer tot de eigenschappen der 2-persoons jagers, en kunnen door den éénzitsjager niet volledig uitgebuit worden, als in snelheid, stijgvermogen, of wendbaarheid te kort wordt geschoten. Binnen de werkingssfeer der 1 -zitters zijn deze steeds de dragers geweest van het offensieve luchtgevecht. De grootere af- stootende vuurkracht van 2-zitters vermocht hieraan niets te veranderen. Slechts de 1-zitters konden de tegenpartij dwingen tot het gevecht, onverschillig het type van vliegtuig, dat deze bevloog. Nimmer heeft men echter beschikt over 2-zitters welke tegen deze taak opgewassen waren. O. a. zegt Hoeppner hierover „Auch erwies sich die Verwendung der mit C Flugzeugen ausgestatteten Kampfgeschwader für Jagdzwecke als Fehlgriff sie waren hierzu nicht schnell, steigfahig und beweglich genug". Eigenlijk is hiermede het vonnis der 2-zitters bezegeld voor het offensieve luchtgevecht. Het Amerikaansche „Pursuit" voorschrift zegt dan ook: A.S.T.S. Pursuit. 25/g. The two-seater airplane does not meet all requirements necessary in the execution of pursuits missions, consequently such airplanes should be considered a luxury. De 2-persoonsjager ter algeheele vervanging van den 1 -zits jager is dus beslist een onding. Het is een luxe, welke slechts groote mogendheden zich kunnen permitteeren bij een speciali seering der vliegtuigtypes voor bepaalde opdrachten. De ervaring tijdens den oorlog o. a. leerde dat 2-persoons jagers zeer geschikt waren voor bescherming van opdrachten boven vijandelijk territoir, daarbij defensief optredende. Zoo ondernamen b.v. de Engelschen in Vlaanderen bijna dagelijks bombardementen met groote formaties dagbombardementstoestellen welker eenige bescherming bestond uit het vliegen in formatie. Toen er hierdoor teveel afgeschoten werden ging men over tot het medegeven van 1-zitsjagers. Dit miste echter zijn doel, want niet alleen dat deze niet tot hun recht kwamen omdat zij zich naar de tragere bommenwerpers moesten regelen, bovendien verloren zij het voordeel van het initiatief en de verrassing, doordat zij bij deze laagvliegende toestellen moesten blijven. Men ging er daarom toe over Bristol Fighters (2-pers.) voor dat doe! in te deelen, welke in formatie medevlogen en inderdaad beter voldeden. Zoo ontstond de „close protection" of „protection rapprochée" welke in alle moderne legers voor verschillende doeleinden wordt toegepast, uitgezonderd in de Vereenigde Staten, waar men de bescherming uitsluitend zoekt door aanval met jachtvliegtuigen. Deze vliegtuigen voor „close protection", zijn snelle lichte toestellen, waarvan de vuurkracht voornamelijk zetelt in de ach termitrailleurs. De bemanning bestaat uit bestuurder en mitrailleur- schutter. De tactiek der 1-zitsjagers maakt het echter zeer 781

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 59