blazen. Jongelieden afkomstig van de laagste klassen van de H.B. S. werden op de voorbereidende cursussen toegelaten tot een maximum van 30 aspirant-officieren, teneinde na het doorloopen der cursussen admissie examen te doen voor de M.S. Maar het al te gemakkelijke toelatingsexamen tot de M. S. was oorzaak, dat de minst ontwik kelden zich in hoofdzaak als aspirant-officier kwamen aanmelden, waardoor het Instituut van aspirant-officieren dan ook tot mis lukking gedoemd was. Van 1883 tot en met 1892 werden 48 aspirant-officieren op de voorbereidende cursussen geplaatst. Van de in 1883 tot en met 1886 aangenomen 32 aspirant-officieren, werden er echter slechts 15 tot officier benoemd. In 1892 werd besloten tot opheffing van de officiers-opleiding aan de Militaire school. Het Opperbestuur wees er op dat het aantal officieren dat in Indië opgeleid werd, relatief klein was en van 1884-1891 slechts 21.7 °/0 had bedragen van het totaal aan tal tot 2e luitenant bevorderde officieren. Bovendien was de op leiding aan de M.S. duur. Ondanks het feit dat voor de leerlingen aan de M S. geen passagegeld heen en terug naar Indië behoefde te worden betaald bleken de kosten per élève belangrijk hooger te zijn dan die van de leerlingen van den Hoofdcursus in Nederland en de cadetten der Koninklijke Militaire Academie. Bovendien moest het aantal aan den H. C. in Nederland opengestelde plaatsen voor Indië in verband met de abituriënten der M. S. klein worden gehouden, terwijl van het onderwijs in Nederland betere resul tanten konden worden verwacht, in verband met het geringere aantal mutaties onder de leerkrachten, en het betere klimaat. Ook werd het voor de algemeene ontwikkeling van aanstaande offi cieren gewenscht geacht om hen in de gelegenheid te stellen hun opleiding in Nederland te voltooien. Zoo werd de M. S. gereorganiseerd tot een cursus met een gelijkwaardig studieplan als dat van de Regimentscursussen in Europa waaraan onderofficieren opgeleid worden tot het admissie- examen voor den H. C. In 1893 werd het laatste toelatingsexamen afgenomen voor de officiersopleiding aan de M.S. De voorbereidende cursussen te Meester-Cornelis en Magelang werden opgeheven, terwijl de leer lingen die van die cursussen afkomstig waren op een aan de M. S. opgerichten nevencursus werden geplaatst. Voortaan zou de nieuwe cursus tot voorbereiding van het admissie-examen tot den H. C. ten hoogste 20 élèves mogen be dragen, terwijl voor de abituriënten van dien cursus 6 plaatsen op den H.C. werden opengesteld. In 1896 werd te Meester-Cornelis het laatste officiers-examen afgenomen en werden de laatste élèves tot 2e Luitenant aange steld. j ja De oude Militaire School behoorde tot het verleden. In de 44 jaren van haar bestaan had zij 1116 officieren aan het Indische Leger afgeleverd. 790

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 68