voor de zwaardere eischen van het toelatingsexamen tot de K. M A. voor te bereiden. Toen eindelijk in Juni 1927 de laatste élèves van den onder officierscursus de inrichting hadden verlaten en er dus nog alleen aspirant-officieren overbleven, kregen deze verder hun wetenschap pelijke opleiding aan de K. W. 111. school, terwijl de Militaire school slechts bleef gehandhaafd als een Internaat voorde aan de K.W. Ill school studeerende aspirant-officieren. In Juli 1929 zal waar schijnlijk nog slechts I aspirant-officier overblijven, die dan aan het Subsistenten kader te Weltevreden zal worden ondergebracht. Dan zal het stervens-uur van de Militaire school zijn geslagen. Ruim 70 jaren zal dan het oude Officiers-paviljoen, met zijn door het schoeisel van vele generaties afgesleten gangen, getuige zijn geweest van het lief en leed van opvolgende geslachten van officieren. Zij heeft haar ontstaan te danken gehad aan de harde nood zaak van het practische leven, werd in het leven geroepen als een gevolg van den bitteren strijd dien wij moesten voeren om ons gezag in de Kolonie te handhaven. Haar verdwijning is een teeken des tijds, een bewijs van de consolidatie van den Vredes toestand in onze kolonie! „Sie hat Ihre Schuldigkeit gethan" en men is van oordeel dat Zij kan gaan Maar bij haar afsterven heeft Zijrecht op de diepe erkentelijk heid voor alles wat'Zij en de vele leerlingen die Zij heeft afge leverd, hebben gedaan voor de handhaving van ons gezag in Insulinde. F. d. B. 793

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 71